Flamingo

Het kan je bijna niet ontgaan zijn, dit is de zomer van de flamingo’s. Overal kom je deze vogel tegen, als roze zwemband, op textielprints die verwerkt zijn in jurkjes, topjes en T-shirts, op dames- en rugtassen, als lichtsnoer, op badlakens en op telefoonhoesjes. Ik heb het even gecheckt bij drie webwinkels: fonQ heeft 41 flamingo-gerelateerde producten, bol.com heeft alleen al bij de afdeling wonen vijf pagina’s vol kussens, posters, behang, etuis en dekbedovertrekken. De Bijenkorf toont mij 33 artikelen vol flamingo’s, waaronder zelfs een peper- en zoutstel. De flamingo is een hype en laat de vorig jaar nog zo populaire ananas nu ver achter zich.
Ik vraag mij af, waarom juist de flamingo zo populair kon worden. Waarom hebben wij ineens allemaal behoefte aan deze vogel? Waarom droom ik zelfs over flamingo’s? Op internet ben ik gaan zoeken bij droomsymbolen en vond als snel het antwoord: een gedroomde flamingo staat voor gemeenschapsgevoel en het vermogen om samen te werken. Nederland droomt dus collectief van verbinding en wij willen dolgraag allemaal weer iets samen doen. Dat is in dit verkiezingsjaar een mooie trendbreuk, een opsteker na al het buitensluiten en moeizaam onderhandelen. Misschien dat onze vakantievierende fractievoorzitters hier ook iets van mee krijgen en dat de miljoenennota op Prinsjesdag toch door een nieuw kabinet gepresenteerd gaat worden. Een roze kabinet, zalmroze zelfs. Ik heb even getwijfeld of dit beeld wel in de SIRE-campagne over de opvoeding van jongens past, maar echte mannen dragen al jaren roze, met of zonder flamingoprint. Bovendien is de kleur roze genderneutraal, tegenwoordig ook niet onbelangrijk meer.
Door al deze vogels heb ik de laatste weken regelmatig Pretty flamingo, de hit van Manfred Mann uit 1966, in mijn hoofd zitten. Niet onplezierig, want het is een zonnig nummer met een eeuwenoud verhaal. In de buurt waar de zanger Paul Jones woont, loopt een mooi meisje in een strak rood, zeg maar flamingokleurig, jurkje. Glanzend haar en stralende ogen, en dus voor alle jongens onbereikbaar. Tenminste, Paul heeft de moed nog niet opgegeven, want in het laatste couplet laat hij ons weten: some sweet day I’ll make her mine. Tot afgunst van de hele buurt, natuurlijk. Flamingo’s en dromen horen bij elkaar, het is duidelijk.
In de mode zijn heeft één groot nadeel: je kunt er ook zo weer uit zijn. Haalt de flamingo met de huidige overbelichting 2018 wel? En wie wordt dan zijn opvolger? Zelf houd ik het op de reuzenpanda, want in Ouwehands Dierenpark is toch niemand bestand tegen de aaibaarheid van Wu Wen en Xing Ya? Alleen in het Chinese Chengdu Pandaverblijf weten de verzorgers beter, want ook al lijken reuzenpanda’s schattig, ze zijn best wel sterk en agressief. Maar ik weet zeker dat het Nederlandse volk op de hand van de zo ruw behandelde babypanda’s is en dat het gooien en slepen de populariteit van deze knuffelberen alleen maar zal doen toenemen.
Ik heb dezelfde encyclopedie van droomsymbolen er nog even op nageslagen, en ik denk dat ik met mijn voorspelling goed zit. Een panda in je dromen doet je zorgen verdwijnen, als je er niet constant mee bezig bent. Een prima vooruitzicht. We laten gewoon een tijdje de beurskoersen voor wat ze zijn, negeren de tweets van Trump en slaan de Zwarte Piet-discussie een jaartje over. De economie blijft stabiel, Donald heeft even geen podium en Sinterklaas blijkt zonder voorafgaande discussie een nog grotere kindervriend. Of zie ik het te zwart-wit?