Hollands welvaren

Hoewel ik over het algemeen weinig last heb van cultuurpessimisme, nooit kijk naar het televisieprogramma Ik hou van Holland en niet van plan ben op de PVV te gaan stemmen, wordt het ook mij soms eventjes te veel. De wens, om een zwarte piet in te ruilen voor een bonte piet, kan ik nog wel begrijpen, hoewel ik het bijna beledigend vind dat mij hierin verweten wordt dat ik mijn jeugd racistische motieven gehad zou hebben. Dan vond ik het verhaaltje van het zwarte jongetje, dat een stukje zeep van de missionaris stal, om net zo’n mooie blanke huid te krijgen, een stuk erger. Daar zette ik als zesjarige al vraagtekens bij.
Het jaarlijks terugkerende ritueel om te proberen Prinsjesdag te ontdoen van alle religieuze verwijzingen, door de bede uit de troonrede te halen, kan ik nog schouderophalend als symboolpolitiek voorbij laten gaan, zolang ik op zondagmorgen de kerkklokken nog hoor luiden. Maar nu kwamen er in korte tijd twee berichten voorbij, die mij aan het denken zetten.
In de aanloop naar Pasen vond de Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij dat op de verpakking van chocolade paaseitjes de verwijzing naar dit christelijke feest niet meer van deze tijd was, en doopte de chocolade lekkernijen om in verstop-eieren, die dan waarschijnlijk verborgen gaan worden door de verstop-haas. Het excuus van de woordvoerder van de HEMA, dat zij dit product al tien jaar verkopen, maakt het er eerlijk gezegd niet veel beter op. Enkele weken later las ik dat de schrijver Kader Abdolah ons autochtonen omschreef als de oorspronkelijke bewoners van dit land, terwijl ik nog dacht dat dit de Batavieren geweest waren. Maar dat was natuurlijk alweer twee volksverhuizingen geleden.
Als alle verwijzingen naar de christelijke oorsprong van onze cultuur op deze manier onder druk staan, en langzaam maar zeker uit het openbare leven verdwijnen, dan gaan we het hier nog druk krijgen.
Laat ik bij de flora en fauna beginnen. De pinksterbloem (cardamine pratensis) is doorgaans met Pinksteren wel uitgebloeid, dus misschien is een nieuwe naam hier wel op zijn plaats. Maar hoe zit het met de christusdoorn (euphorbia milii) en de judaspenning (lunaria annua)? Of de oudtestamentische jakobsladder (polemonium caeruleum) en salomonszegel (polygonatum)?
De kerkuil (tyto alba) heeft zijn langste tijd gehad en zal hernoemd moeten worden, net zoals de kruisbek (loxia curvirostra). Het woord omdopen gebruik ik hier maar niet. Het paapje (saxicola rubetra), het nonnetje (mergus albellus) en de frater (carduelis flavirostris) overleefden de Beeldenstorm van 1566 nog wel, maar zullen er nu aan moeten geloven. De nijlgans (alopochen aegyptiacus) en het baardmannetje (panurus biarmicus) daarentegen gaan gouden tijden tegemoet.
Mocht de bidsprinkhaan (mantis religiosa) nog gedacht hebben, dat een gebed op zijn manier zonder einde was, zijn naam is dat natuurlijk niet. De kruisspin (araneus diadematus) is een wat lastiger geval, want met een andere naam blijft dat kruis op zijn rug nog steeds zichtbaar. Uitroeien dan maar?
Het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal gaat een werkzame tijd tegemoet, want een behoorlijk aantal spreekwoorden en gezegden gaan in een rap tempo verdwijnen. Niemand is er meer roomser dan de paus of zou oud als Methusalem. En wat gaan we nu in het midden laten, als de kerk daaruit verdwenen is? Dat we niet meer voor het zingen die kerk uit mogen, is niet zo’n groot probleem. Dat was altijd al een onveilige methode.
Mocht staatsecretaris Sander Dekker de publieke omroep steviger in zijn greep krijgen, dan vrees ik voor een aantal Hollandse klassiekers. Het spel kaarten van Gerard de Vries bijvoorbeeld, die niet gewoon zat te kaarten in de kerk, maar voor wie, bij gebrek aan psalmboek of missaal, het aas verwees naar God en de boer naar de duivel. Radio Twee zal Mijn gebed van D.C. Lewis niet meer laten horen en Egbert Douwe kan de koster, organist en misdienaartjes van Kom uit de bedstee mijn liefste voorgoed naar huis sturen. Ze zal er waarschijnlijk ook geen behoefte meer aan hebben, maar als Willeke Alberti morgen nog eens de bruid zou zijn, kunnen we in ieder geval niet meer horen dat ze in de kerk trouwt.
Ik raad de gemeenten Heemskerk, Kerkrade en Ridderkerk, alsmede Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode en Mill en Sint Hubert aan, niet te veel meer te investeren in naamsbekendheid, en hun huidige postpapier op te maken en niet meer bij te bestellen. Mijn inschatting is, dat deze gemeentenamen over tien jaar verdwenen zullen zijn. Misschien dat Sint-Eustatius het door zijn verre ligging nog even volhoudt, maar Schiermonnikoog kan het wel vergeten. Trouwens, ieder eiland en iedere gemeente zal moeten waken voor de veiligheid van spoorwegovergangen, want het Andreaskruis gaat natuurlijk ook verdwijnen.
Terwijl in het Midden-Oosten het kalifaat is uitgeroepen, is Nederland bezig met een kruistocht tegen zijn eigen culturele wortels. De 72 maagdenpalmen (vinca minor) mogen vast wel door mijn achtertuin blijven kruipen, maar ik ga het zevenstippelig lieveheersbeestje (coccinella septempunctata) toch echt missen.
Amen. 😉