Nèt niet
De bus had ons reisgezelschap naar Verona gebracht, en het was er warm. Tijdens de lunch ging het gesprek over de plaatselijke arena en over welke concerten iedereen zoal bijgewoond had. En geloof me, als je van je waan verlost wil worden, dat je in je leven toch al heel wat gezien en meegemaakt hebt, ga dan eens mee met zo’n rondreis. Je medereizigers hebben alle hoofdsteden van Europa al bezocht, zijn op ieder continent geweest, kunnen je de meest fantastische musea aanraden en hebben vanaf het concert van de Beatles in Blokker iedere wereldster zien optreden.
Het echtpaar uit Maastricht, dat tijdens de lunch tegenover ons zat, vertelde hoe ze in 1986 hun dochter met haar vriendin naar de Groenoordhallen hadden gebracht, om een concert van Queen bij te wonen. Dochterlief moest ook weer veilig thuiskomen, dus wat doe je dan als ouders? Je hangt de hele avond ergens in de buurt rond, tot het concert afgelopen is. Dat je ook voor jezelf kaartjes kon kopen, was thuis niet bij hen opgekomen. Ze hadden in Leiden alles gehoord, maar niets gezien.
Daarom twijfelden we ’s middags geen moment om de zinderende arena te bezoeken, want we stonden er nu toch voor. Binnen werd het podium voor de opera Aïda opgebouwd, welke die avond opgevoerd zou worden. De arena, ooit nog bezocht door inspecteur en operaliefhebber Morse, kon ik afvinken, maar deze opera kon toegevoegd worden aan mijn eigen rijtje van nèt niet. De karavaan trok verder en de bus verliet Verona om halfvijf. Op weg naar een andere stad en een ander hotel.
Dat lijstje van nèt niet begon in 1971 met het gratis concert van Pink Floyd in het Amsterdamse Bos. De zomervakantie was net begonnen en de eerste dag van mijn tienertoer benutte ik om de trein naar Amsterdam te nemen. Vanaf ’s middags twee uur had ik, in de alom aanwezige lucht van hash en wierook, regen en honger getrotseerd. In tegenstelling tot blowen stonden festivals nog in de kinderschoenen en het woord catering was nog niet opgenomen in de Van Dale. Blijkbaar moest het voor de lichtshow donker zijn, en dat duurt in juni heel lang. Koud en hongerig koos ik voor de laatste trein naar huis en heb Pink Floyd die avond niet gezien of gehoord. Nèt niet.
Het was mijn eerste echte vakantie, met een klasgenoot liftend door Engeland. In een pub in Aberystwyth, een universiteitsstad aan de kust van Wales, hing aan de muur een affiche voor een optreden van David Bowie. Het was aan de vooravond van zijn alter ego Ziggy Stardust, en David was nog niet de superster die hij binnenkort zou worden. Het kleinschalige optreden had de avond daarvoor al plaatsgevonden, zodat ik Bowie toen nèt niet gezien heb.
Tijdens diezelfde vakantie wilden wij een week later Stonehenge bezoeken, en een snelle lift in de auto van een echtpaar uit Birmingham zorgde ervoor dat wij er al voor openingstijd waren. Dat dachten wij tenminste, maar Stonehenge zou die dag helemaal niet open gaan. Om het neolithische monument was een hek gebouwd, en de sleutel van de toegangspoort was zoek. In de verte waren de prehistorische stenen in de vlakte van Salisbury wel te zien, maar een rondje er omheen lopen was uitgerekend die dag niet mogelijk. We gingen liftend verder, want Londen riep ons.
Jaren later was ik in Liverpool, de toen ernstig verpauperde stad van Beatles en merseybeat. Natuurlijk heb ik Penny Lane en Strawberry Fields gezien, en na afloop van de stadstour stond ik aan de oever van de Mersey. Daar lagen de veerboten, die door Gerry and the Pacemakers bezongen waren in Ferry cross the Mersey. Ik was twaalf jaar oud, heb bij de platenboer vaak met dit singletje in mijn handen gestaan en toch nooit gekocht. Er was altijd wel een andere single die voorrang kreeg. Met de veerboot zelf lukte het ook niet, want ik was in Liverpool met een excursie van school en de bus vertrok al bijna. Ferry cross the Mersey? Nèt niet.
Het concert van Roxy Music in Rotterdam heb ik gemist, omdat mijn portemonnee gestolen werd. En daarin zat het toegangskaartje. Jackson Browne heb ik nèt niet zien optreden in het Palau de la Música Catalana in Barcelona. Het Palau was schitterend, maar Jackson kwam pas twee dagen later. De treinreis van Sydney naar Broken Hill, door de outback van Australië, ging niet door omdat het treinpersoneel die week staakte. Voor het oude trammetje door de binnenstad van Lissabon had ik kaartjes gekocht en – tegen mijn natuur in – stond ik in de rij bij de halte bijna geduldig te wachten. Helaas, het trammetje had mechanische problemen en kwam niet.
Nèt niet, het verhaal van mijn leven.
Mijn broer en zus zijn geboren met een erfelijke spierziekte, die zich pas in hun puberteit zou manifesteren en ons verdere leven diepgaand zou veranderen. Volgens de wetten van de erfelijkheid had ik een kans van één op vier om die ziekte ook te krijgen. Ik kon, net als mijn vader en moeder, ook alleen drager zijn, met de kans de ziekte door te geven aan mijn nageslacht. De puberteit kwam ik zeker in lichamelijk opzicht goed door, en verbeterd erfelijkheidsonderzoek vertelde mij tien jaar geleden dat ik ook geen drager ben. Mijn kinderen en kleinkinderen kunnen gerust zijn, die spierziekte heb ik dus niet. Nèt niet.