Over ziek zijn (5): Medicijnen en hulpmiddelen

Blog

     0

Of er een aanleiding voor was, weet ik niet, maar opeens kwam mijn opa uit Harlingen bij ons in Dordrecht logeren. Dat wekte verbazing, want opa was erg honkvast- daarin lijk ik vast op hem – en verliet zelden zijn comfortabele fauteuil tussen de kachel en het raam, met uitzicht op zijn kleine wereld. Ik zat ergens halverwege de middelbare school en kan me van het bezoek weinig meer herinneren dan de in mijn ogen enorme uitstalling van medicijnen op de speciaal voor hem leeggemaakte plank in de kamerkast. Het innemen ervan was een meerdaags ritueel dat opa blijmoedig uitvoerde, maar mij iedere keer weer met verbazing vervulde.

Toen ik mij voor de eerste keer bij de internist moest melden om te kijken waar mijn gewichtsverlies door veroorzaakt kon worden, werd mij verzocht een medicijnlijst mee te nemen en ik schrok van het overzicht dat de apothekersassistente voor mij uitdraaide. Gebruikte ik zoveel medicijnen? Maar zelfs toen ik voor mijzelf de lijst geschoond had van eenmalige voorschriften van jaren her en de zalfjes en smeerseltjes voor mijn zwemmerseczeem en jeukplekken op mijn huid, bleef er nog een behoorlijke opsomming over. Ik hoorde opa zeggen: Zie je wel, ouwe seun? Ouderdom komt met gebreken.

Het vreemde van mijn huidige situatie is, dat mijn maagtumor buiten zes tabletten paracetamol nog om geen enkel ander medicijn vraagt. Pijn die er nog niet is, hoeft ook nog niet bestreden te worden. En voor noodgevallen ligt er oxycodon, maar dat hoop ik zo lang mogelijk uit te stellen. Tom Petty is aan een overdosis ervan overleden, en iedere keer als ik het doosje zie liggen, hoor ik hem zingen: I’m learning to fly, but I don’t have wings. Coming down is the hardest part. Natuurlijk wil ik boven mijn pijn uitstijgen, maar ik zit niet te wachten op een rebound. Hoewel ik vast geen tijd meer heb om verslaafd te raken, ben ik nog niet toe aan deze capitulatie.

Zelf heb ik de huisarts wel om kalmeringspillen gevraagd, maar ik maak er nauwelijks gebruik van. Na eerst dagen vol onrust ben ik kalm geworden en gebleven, ook als ik ‘s nachts voor de vierde keer wakker wordt en de ochtend nog niet in zicht is. Het duurt vaak zo’n drie kwartier voor ik dan weer verder slaap, en daarmee duren de nachten lang. Daarom hoop ik dat een slaapmiddel mij weer terugbrengt in de armen van Morpheus, het wordt maandag bezorgd. De sudocrem tegen doorligplekken is al in huis.

Om mijn cholesterolgehalte maak ik me niet druk meer, en de pillen om het te verlagen gebruik ik dus niet meer. Ik ben teruggegaan naar het hoognodige: schildklierpillen, eens in de vijf weken een vitamine B12-injectie en mijn inhalaties tegen benauwdheid is alles wat ik daarnaast gebruik. Niet gek voor een doodziek iemand, toch? Opa is trouwens 90 jaar geworden.

Zelfstandigheid en hulpmiddelen zijn een paradox. Een hulpmiddel kan de zelfstandigheid bevorderen, maar is ook een zichtbaar teken van het gebrek eraan. De eerste aanpassingen aan mijn nieuwe bestaan waren nog niet erg confronterend: een heuse pyjama en een wollen plaid tegen de kou, door het wegvallen van mijn oude vertrouwde isolerende vetlaag. Handschoenen gaan er ook nog wel komen, want zowel voeten als handen raken hun warmte snel kwijt; voor voeten zijn er ook ‘s nachts sokken.

Aan het drukverdelende zitkussen moest ik echt wennen. Het bracht mij onmiddellijk terug naar de rolstoel van mijn broer, waar er ook altijd eentje in lag. Nu ik aan den lijve ondervind hoe nodig dit kussen is om geen last te krijgen van doorzitplekken, slaat bij mij de twijfel toe. Heb ik zijn situatie al die jaren niet onderschat? Had ik niet wat meer empathie voor hem kunnen opbrengen? Want ik had een hekel aan die rolstoel, aan die spierziekte, aan het aangepaste huis en vooral aan het gebrek aan aandacht en ruimte voor mezelf.

Is dit karma? Of gewoon een omkering van wie goed doet, goed ontmoet? Het kussen, een Texelse schapenvacht, straks het douchekrukje en een hoog-laagbed, en wie weet wat nog meer? Het is in ieder geval iets waar ik nog mee in het reine moet komen, het lukt me niet zo goed meer volledig te leunen op mijn eigen verzachtende omstandigheden naar mijn broer toe. Achter mijn ineenstortende boosheid voel ik me ineens kwetsbaar.

 

 

 

 

 

Print Friendly, PDF & Email

Post-navigatie:




Wat je niet wil missen:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: