Pech (4): Wie vertel ik wat?

Blog

     3

De beenmergziekte van mijn vrouw had me twee jaar geleden al geleerd dat je persoonlijk medisch nieuws deelt in cirkels. Eerst ons eigen gezin en dan broers en zussen. Dat was met mijn broer toch even lastig. Want wij hebben een vermijdende relatie met elkaar, waarin doorgaans alleen zakelijke info en felicitaties worden uitgewisseld. Onze laatste ontmoetingen, toen we beiden nog executeur-testamentair van mijn vader waren, vonden op zijn initiatief plaats op neutraal terrein, de eerste keer bij een tearoom hier op het winkelcentrum, de laatste keer bij een Van der Valk-hotel halverwege onze woonplaatsen.

Bloed kruipt waar het niet gaan kan en de tijd om moeilijk te blijven doen leek me voorbij. Het anonieme einde van onze andere broer was ik trouwens ook nog lang niet vergeten. Ik appte hem: Goedemorgen, kan ik je vandaag even bellen? Ik heb namelijk slecht nieuws over mezelf. Zijn antwoord: Is prima, ik schrik ervan. Het gesprek was prettig maar voorzichtig, als een vriendelijke opening in een schaakspel, het spel dat hij vroeger zoveel beter beheerste dan ik. Maar deze keer wordt het vast geen herdersmat, ik ben tenslotte het stuk dat misschien geofferd gaat worden en het is zaak het eindspel zo lang mogelijk uit te stellen. Ik ben blij dat deze lijn nu open is.

Een grote vriendenschaar heb ik niet, als je mijn Facebookvrienden even buiten beschouwing laat. Omdat ik inmiddels wel gemerkt had dat veel mensen tijd nodig hebben om inhoudelijk te reageren, en bovendien opzag tegen de telefoongesprekken, besloot ik een klein aantal van hen eerst maar te appen. De verschrikte reacties kwamen snel, het bezoek ook. In de eerste week leek ik wel een verkeerd feestvarken, maar de meelevende, bemoedigende en soms wijze woorden die ik cadeau kreeg, heb ik voorzichtig uitgepakt en bewaar ik in mijn hart.

Facebookvrienden zijn er in gradaties. Neven en nichten, oud-klasgenoten, vakantievrienden, trimzwemmers, bekenden en vage kennissen, en hen heb ik vooralsnog onwetend gehouden. WhatsApp vond ik als medium al op het randje, dus Facebook ga ik hier zeker niet voor gebruiken. Waarschijnlijk had ik hier ook niet eens over nagedacht, als ik niet iedere week hier een link plaatste naar mijn laatste blog. Ik heb het gevoel enkele trouwe lezers in de kou te laten staan, want van de ene week op de andere verschijnt er geen blog meer, zonder enige verklaring mijnerzijds. Misschien moet ik hier nog wat mee, maar nu even niet.

Buren kom ik te vaak tegen om niets tegen te zeggen. Bovendien moet de verhoogde bezoekersintensiteit ze gaan opvallen en ik heb liever niet dat ze de verklaring daarvoor via derden te horen krijgen. Een toevallige ontmoeting bij het tuinhek of op de parkeerplaats laat te lang op zich wachten, zodat ik mijn moed bij elkaar moet schrapen om bij ze aan te kloppen. In hun reacties zit een vergelijkbaar patroon: het was ze wel opgevallen dat ik afgevallen was, maar ze hadden er niets achter gezocht.

Wanneer vertel ik het de kerk? Ben ik al toe aan pastorale zorg? De dominee is met vakantie, dus dit laat zich nog even gemakkelijk uitstellen. Mijn vrouw heeft zo haar eigen kerkelijk circuit, een stuk uitgebreider dan dat van mij, en zet hierin wat lijnen uit, ook omdat zij daar zelf behoefte aan heeft. Ik hoef in ieder geval niet bang te zijn dat de bloemen van de volgende dienst als groet van de gemeente en ter bemoediging naar de heer Koopmans van de Zilverschoon gaan, die een slecht bericht gekregen heeft. Dat kan altijd nog.

 

Wordt vervolgd

Print Friendly, PDF & Email

Post-navigatie:




Wat je niet wil missen:

3 thoughts on “Pech (4): Wie vertel ik wat?

  1. Beste Stephan, Rinus en ik hebben je teksten met veel respect gelezen, vooral de wijze waarop jij dit weer kan. Ik ken je niet héél goed maar wel goed genoeg om te weten dat jij zelf aangeeft wie over jouw situatie weet. We zijn sprakeloos over de manier hoe goed jij dit weer kan. We kunnen alleen maar zeggen, houd je taai Stephan👊👊

  2. Stefan, ik denk nog regelmatig aan onze onregelmatige fitness bijeenkomsten en je goede coaching. Ik vind je blog super goed en heel moedig maar ook heel verdrietig. Sterkte Marja van der Bijl

    1. Dank je Marja. Het is een vreemde tijd, maar ik probeer er het beste van te maken, bijvoorbeeld door de dingen te blijven doen die ik leuk vind en die ng kunnen. Schrijven dus. Fijn dat je me las.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: