The Crown
Mijn vrouw is van protestantse huize, ikzelf ben katholiek opgevoed en vroeger zei men: Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. Los van het feit dat we beiden een eigen kussen hebben, heb ik daar tot nog toe niet veel van gemerkt. Zolang dominees het in hun calvinistische strijdbaarheid niet nodig vinden om na vijfhonderd jaar reformatie nog steeds te moeten spreken van paapse afgodendienst, heb ik er geen moeite mee om mee te gaan naar de kerk van mijn vrouw.
Wat mij wel een beetje parten speelt is het verschil in geloofsopvoeding. Bij ons thuis geloofde of twijfelde je, maar dit was zelden onderwerp van gesprek. In protestantse kringen schijn je altijd over je geloof te moeten kunnen praten, over hoe je de kerkdienst van die ochtend hebt ervaren en wat het voor jou persoonlijk betekent. Ik heb daar doorgaans geen woorden voor. Maar ook in de dienst zelf is het gesproken woord voortdurend aanwezig, zodat er steeds vaker momenten zijn waarop ik de stille katholieke rituelen mis. Geen stortvloed aan woorden, maar een wierookvat of een kaarsje voor het Maria-altaar.
Zelf ben ik geen grote aanhanger van ons koningshuis, mijn vrouw wel. Ook dit verschil is met de paplepel ingegoten, want de band tussen het protestantse deel der natie en het huis van Oranje is van oudsher sterk. Koninginnedag was voor mij een vrije dag met op televisie dat oersaaie bordes van Paleis Soestdijk, maar voor mijn vrouw waren al die prinsessen juist een feestelijk gezicht. Met haar zussen verzamelde ze de nieuwste prinsessenplaten uit tijdschriften als De Spiegel of, hoe kan het ook anders, Prinses. Dit wreekt zich nog bijna iedere zaterdag als het weer tijd is voor Blauw Bloed, het royaltyprogramma rond koninklijke families in binnen- en buitenland. Ik ben niet geïnteresseerd in de jurken van koningin Máxima, een nieuwe foto van de jarige groothertog Jean van Luxemburg hoef ik niet te zien en het boeit me maar weinig dat prinses Caroline van Monaco dit jaar nog een keer oma wordt. Maar de televisie gaat toch aan, want ik ben niet alleen in huis.
Mijn schoonmoeder was geabonneerd op het blad Vorsten Vandaag en vol verbazing nam ik in onze verkeringstijd kennis van de inhoud van dit blad. De oranjegezindheid van mijn schoonfamilie was duidelijk, maar dat liefde voor de monarchie wereldwijd kon zijn was nieuw voor mij. Het maakte niet uit waar op de glijdende schaal tussen democratie en dictatuur een monarchie zich bevond, louter een hoge adellijke titel was genoeg voor een kritiekloos artikel of een foto in het blad. Ook koningen, die aan een republiek ten onder waren gegaan, werden alsnog in de schijnwerpers geplaatst. Het droeve lot van koning Idris van Libië, de ballingschap van de Griekse koning Constantijn, het kinderloze huwelijk van de sjah van Perzië en koningin Soraya, alles wat maar enigszins koninklijk geweest was, kreeg een plaatsje in het blad.
Met alweer Paul de Leeuw op televisie, weekeinden vol schaatstoernooien en bekende Nederlanders met hun spelletjes valt samen Netflix kijken nog niet mee. Na de zoveelste moeizame bevalling houd ik Call the midwife voor gezien, maar wat wordt het gezamenlijk gedragen alternatief? Het begint met een kwartiertje op en neer zappen, korte beschrijvingen lezen en het uitspreken van veto’s. Geen moord en doodslag vanavond, maar ook geen romantische komedies. Voorzichtig begint mijn vrouw over The Crown, de spraakmakende serie over koningin Elizabeth II, en omdat ik al zes keer nee had gezegd, stem ik aarzelend toe. Ik kan altijd nog achter mijn laptop gaan zitten.
Maar tegen iedere verwachting in vind ik The Crown een boeiende serie en al dagen vraag ik me af waarom. Zijn het de mij onbekende acteurs, die doen vergeten dat zij een rol spelen? Het is toch anders om naar the queen te kijken dan naar Daan Schuurmans, die prins Bernhard speelt. Komt het omdat Elizabeth een maand voor mijn geboorte al tot koningin gekroond is? Zolang ik leef zit zij al op de Engelse troon en met iedere aflevering loop ik verder door mijn eigen verleden heen. Concrete raakvlakken met het Engelse koningshuis heb ik natuurlijk niet, maar de serie benadert de tijdgeest zo goed dat ik het gevoel heb door een sleutelgat naar de wereld van mijn jeugd te kijken.
Waar oude beelden van onze eigen royals mij soms irriteren omdat ze verbonden zijn met ons eigen politieke klimaat en met mijn eigen leven, kan ik als in een sprookje kijken naar de jonge Elizabeth. Aflevering na aflevering ontvouwt zich een ingewikkelde strijd tussen protocol en individualiteit, ingeklemd door staatsrecht en geloof. Het is fascinerend om te zien hoe afhankelijkheid van de sympathie van het Britse volk vastgeroeste koninklijke tradities openbreekt. Adellijke arrogantie en democratie blijken elkaar slecht verdragen en ik begrijp dat Willem Alexander om die reden bij Lucky TV zijn eigen hofnar is.
Maar misschien heeft mijn waardering voor deze serie gewoon te maken met geraniums en het feit dat ik dit jaar vijfenzestig word. In dat geval heb ik nog een groot aantal series te gaan en wordt samen Netflix kijken makkelijker dan ooit.