#WOT 1: Uitstelgedrag

09. Noordhoevelaan

     0

Het was mijn enige voornemen voor het nieuwe jaar: doorgaan. Doorgaan met leven in lockdown, doorgaan met hopen op betere tijden, doorgaan met schrijven, tekenen en schilderen. Dat voornemen nam ik niet voor niets, omdat ik voelde dat dit gewenste gedrag scheurtjes begon te vertonen en ik het gewone leven van tien maanden geleden begon uit te stellen.

Waarom zou ik me vandaag scheren, als ik toch niemand ga ontmoeten? Waarom zou ik nu al mijn bed uitstappen, als het buiten nog schemering is en de agenda voor vandaag, morgen en overmorgen, leeg is? Ik begon me te voelen als een auto met een kapotte bougie.

Terwijl ik in de ochtendschemering lag te mijmeren over mijn uitstelgedrag, moest ik aan mijn ouders denken. Hoe zouden zij zich in deze situatie gehandhaafd hebben? Voor het eerst daalde het bij me in, dat ik vanaf de tijd dat ik het huis uitging om te studeren eigenlijk helemaal geen compleet beeld meer van hen heb.

Foto’s en fragmentarische herinneringen genoeg, leuke momenten, pijnlijke situaties, maar geen compleet dag- of weekoverzicht. Ik kwam tot de conclusie dat een gedeelte van mijn herinneringen gebaseerd is op aannames, op in tijd beperkte observaties, en dat mijn gevoel eigenlijk een betere bron is dan mijn geheugen.


Uitstelgedrag: het vrijwillig uitstellen van taken die men eigenlijk wil of moet doen en waarbij men weet dat het uitstel waarschijnlijk niet goed is en tot moeilijkheden of extra stress zal leiden.


In veel opzichten was mijn moeder de ijver en netheid zelve, tot op het irritante af. Van uitstel komt afstel vond ze, en de blik in haar ogen kende ik goed genoeg om te weten dat in discussie gaan op zo’n moment zinloos was. Het sloot naadloos aan bij haar toch wel vreemde adagium dat niets zijn niet erg was, maar niets lijken verschrikkelijk. Ik denk dat ze in de huidige situatie vooral haar wekelijkse bezoek aan de kapper enorm gemist zou hebben.

Momenten van zwakheid geven vaak een menselijker beeld van iemand en gelukkig had mijn moeder die ook. Zelf noemde ze het steekjes uit de was: ontbrekende knopen of een loszittende zoom, en daarvoor had ze een speciale verstelmand. Maar wij wisten allemaal dat die mand ook een soort van zwart gat was, want wat daarin verdween kwam voorlopig niet terug.

Aan een rits vervangen of een pantalon korter maken begon ze niet eens, en al in een vroeg stadium ontdekte ze dat er kleermakers van Turkse komaf waren die dit veel beter konden. Gelukkig had ik toen al een schoonmoeder, die wel handig was achter de naaimachine.

Natuurlijk was haar keuken brandschoon, werden de koffiekopjes met de rozen en het gouden randje met de hand afgewassen en belandden ook de kristallen glazen nimmer in de vaatwasser. Maar met de handmixer had ze niets, die werd na gebruik nooit schoongemaakt. De kloppers gingen mee met het bestek, maar het apparaat zelf ging regelrecht de kast weer in en was eigenlijk te vies om beet te pakken. Van dit uitstel is uiteindelijk wel afstel gekomen, want bij het uitruimen van het huis heb ik het smerige ding met een glimlach weggegooid.

Ken ik uitstelgedrag van mijn vader? Eigenlijk maar in één opzicht. Mijn vader praatte veel, maar pas aan het einde van zijn leven had ik het gevoel dat hij af en toe bereid was ook te luisteren, dat hij open stond voor wat ik te vertellen had.  Er is zelfs af en toe iets van een gesprek ontstaan, over de dynamiek binnen ons gezin en natuurlijk over de oorlog.

Toen een medewerker van herinneringscentrum Kamp Amersfoort mijn vader over zijn zes weken durende verblijf in het kamp interviewde en een plattegrond achterliet, was gevangene 902 eindelijk in staat iets toe te voegen aan de mantra’s uit zijn overlevingsstrijd daar. Voor het eerst werd mij bijvoorbeeld duidelijk dat het rooien van bomen en het graven van greppels hoorden bij de beginfase van het kamp, toen er nog barakken bijgebouwd moesten worden. Mijn gevoel erover is niet veranderd, mijn begrip wel. Veel losse feiten, die mij met de paplepel waren ingegoten en waartegen ik een enorme weerzin had opgebouwd, hebben nu een kader.

In 2000 kreeg Kamp Amersfoort de officiële status van Nationaal Monument en is er een bezoekerscentrum geopend. Er worden rondleidingen georganiseerd en regelmatig wordt er een herdenking gehouden. Maar ik ben er nog nooit geweest, een bezoek heb ik altijd uitgesteld. Of dat er dit jaar van gaat komen, betwijfel ik. Ik kan het niet opbrengen.

Maar het overdenken van dit alles bracht me in ieder geval wel het besef dat ik niet moet zeuren over nog drie weken in lockdown. Ik ben een gepensioneerde die toch al thuis zit, en die zich met al zijn bezigheden nog nooit verveeld heeft. Mijn motor is nog prima, en zo’n bougie is snel vervangen. Inderdaad, Ramses, wij zullen doorgaan …

 

#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag publiceert alimolenaar.nl een woord waar je over mee kunt schrijven. Je kunt op ieder moment instappen.

Print Friendly, PDF & Email

Post-navigatie:




Wat je niet wil missen:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: