#WOT 1: Verbinden

06. Krommedijk

     2

De precieze datum weet ik niet meer, maar de dag zelf herinner ik me maar al te goed. Ergens in het voorjaar van 1971 ontving ik een bruine enveloppe van het Ministerie van Defensie, waarin een oproep zat voor de keuring voor militaire dienst. De oproep was tevens het treinkaartje naar Delft, waar deze zou plaatsvinden. Militaire dienst was niet echt populair in mijn vriendenkring. Oorlog was iets van onze ouders, en van de Verenigde Staten in Vietnam. Bob Dylan en Boudewijn de Groot hadden ons geïmpregneerd met anti-oorlogsliederen en het journaal liet dagelijks in zwart-wit verschrikkelijke beelden uit Vietnam zien. Bovendien moest je naar de kapper, als je in dienst ging. Nee, wij waren van na de oorlog, en wilden dat graag zo houden. En we waren jong en naïef genoeg om te denken dat, als er geen soldaten meer waren, er ook geen oorlog meer zou zijn.

De keuring vond plaats in een grauw gebouw, dat wel wat weg had van een oud ziekenhuis: lange sombere gangen zonder ramen, en overal deuren met een paar stoelen ernaast voor de wachtenden, sommigen enthousiast, de meerderheid gelaten. Wij werden gekeurd op ABOHZIS, geen enge ziekte, maar de afkorting van de keuringscriteria: Algemeen, Bovenste ledematen, Onderste ledematen, Horen, Zien, Intelligentie en Stabiliteit. De keuringsartsen hanteerden een vijfpuntschaal: als er niets aan de hand was, kreeg je een één, zodat vijf het slechtste was wat je kon halen. En belangrijker nog, met een vijf werd je afgekeurd. Deze letters bepaalden ook de route van de afvalrace door het gebouw, want iedereen, die een vijf wist te scoren, mocht meteen naar huis.

Met brillenglazen van bijna min zes had ik mijn hoop gevestigd op de ogentest, misschien kon ik hier die vijf punten scoren. De test leek nogal amateuristisch. Ik moest mijn bril afdoen, kreeg een pollepel voor mijn linkeroog en mij werd bevolen de letters van de tweede regel van het bord op te lezen; dit bord hing op zo’n drie meter van mij vandaan aan de muur. Zonder bril één grote waas, waarop ik gevat zei: Welk bord? De keuringsarts in witte jas deelde mijn gevoel voor humor niet, bekeek mijn brillenglazen en liet me met bril op weer die regel lezen. Een vijf scoorde ik niet, want ik moest door naar de volgende ronde: de morsetest.

Een enthousiaste man in legeruniform probeerde ons te motiveren, door te zeggen dat de functie van telegrafist het beste was, wat jou in dienst kon overkomen. Hij legde uit, hoe je korte en lange piepjes kon vertalen naar letters en zette ons een koptelefoon op. Na drie letters geloofde ik het wel en deed mijn koptelefoon weer af; stel je voor dat ik straks 24 maanden gevangen zou zitten tussen deze piepjes, ik moest er niet aan denken.


Verbinden ~aaneenvoegen, binden, combineren, conjugeren, copuleren, engageren, samenbundelen, schakelen, aaneenschakelen, aanhechten, aansluiten, breien, koppelen, liëren, paren, samenvatten, samenvoegen, verenigen verplichten omzwachtelen


 

De eindstreep heb ik die dag ruim gehaald, niets in of aan mij was een vijf waard en ik was dus goedgekeurd. In een afsluitend gesprek mocht ik mijn voorkeur voor een legeronderdeel opgeven, iets waar ik werkelijk nog nooit over nagedacht had. Verder dan het bordspel Stratego ging mijn kennis van militaire zaken niet. Doe mij maar de Cavalerie, heb ik geantwoord, ik ben gek op paarden. De enige paarden, waar ik tot dan toe dichtbij in de buurt was geweest, waren de dode exemplaren op het slachthuis, waar mijn vader werkte.

De Indelingsraad maakte er Verbindingsdienst van, hetgeen mij na die morsetest nogal verbaasde. In maart 1973 ontving ik een oproep om mijn eerste oefening te komen vervullen in de Elias Beeckmankazerne te Ede. Het nodige vervoerbewijs kon ik afhalen ter secretarie van het gemeentehuis, afdeling militaire zaken. Dat heb ik niet gedaan, want ik had inmiddels uitstel wegens studie gekregen. Vier jaar mocht ik over mijn kandidaatsexamen doen, zeven jaar over mijn doctoraalexamen. Toen deze zeven jaar verstreken waren, had ik dat doctoraalexamen nog net niet gehaald, maar ik was inmiddels wel getrouwd en kreeg, zonder baan of inkomen, voor één jaar vrijstelling wegens kostwinnerschap.

Een jaar later was ik wèl afgestudeerd en alweer een paar maanden leraar geschiedenis. Op 28 november 1980 viel de verlossende brief op de mat: ik was voorgoed vrijgesteld van dienst als gewoon dienstplichtige wegens kostwinnerschap. De brief gaf mij tien dagen de tijd om tegen deze beslissing bij de Kroon in beroep te gaan. Hiervan heb ik geen gebruik gemaakt, ik was blij dat deze verbinding eindelijk verbroken was.

 

 

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat een link achter naar je eigen blog onder het woord van die week zodat iedereen mee kan lezen.

De #WOT is bedacht door Karin Ramaker. Daarna is het overgenomen door Irene van Putten, vervolgens door Hendrik-Jan de Wit en nu dus door Martha Pelkman.

 

 

 

Print Friendly, PDF & Email

Post-navigatie:




Wat je niet wil missen:

2 thoughts on “#WOT 1: Verbinden

    1. Misschien vond ik dat nog niet eens het ergste vooruitzicht, er was toch geen oorlog in de buurt. Mijn identiteit verliezen in een uniform en klakkeloos moeten doen wat hogeren zeggen, zinvol of zinloos, dat leek mij een grote ramp.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: