#WOT 11: Moestuin

Mijnheer Boevée kwam iedere donderdag het kruideniersboekje halen, waarin mijn moeder de lijst met boodschappen voor die week had geschreven. De dag erop kwam hij op zijn bakfiets, in een kakikleurige stofjas, de boodschappen brengen. Met een potlood had hij de prijzen van de levensmiddelen genoteerd en opgeteld. Mijn moeder rekende contant af, en het boekje bleef bij ons liggen tot de volgende week.
Hier ligt ook het begin van mijn carrière als boodschappenjongen, want mijnheer Bouvée verkocht alleen droge kruidenierswaren. Voor melk moesten we naar de melkboer, voor groenten naar de groenteboer, voor brood naar de bakker en voor vleeswaren naar de slager. Het vlees zelf nam mijn vader mee van het slachthuis, hij was tenslotte keurmeester. Mijn oudere broers waren minder gewillig dan ik, dus kwam de vraag, om even naar de winkel te gaan, doorgaans bij mij terecht. Ik had er ook niet echt een hekel aan, want een vliegende kraai vangt tenslotte altijd wat: een gebroken koekje bij de bakker of een stukje kaas bij de melkboer. Het stukje worst van de slager was altijd risicovol, want ik houd nog steeds niet van leverworst. Dat durfde ik de slager toen niet te vertellen. Als het kookworst was, at ik het lekker op, van de leverworst nam ik een hapje, hield dat zonder kauwen of slikken in mijn mond en spuugde het buiten vijf meter verder weer uit. Er was altijd wel een hondje in de buurt voor het resterende stukje.
Aan de andere kant van het park, waar wij tegenover woonden, was een winkel van De Gruyter. Of mijn moeder zich had laten verleiden door de slagzin En betere waar, èn tien procent, alleen de Gruyter, weet ik niet, maar mijnheer Bouvée heb ik niet meer gezien. Zijn boekje werd vervangen door de oranje kassabonnen, die je moest sparen om die tien procent korting te krijgen. De leukste boodschap was een pak koffie halen, want dan kocht je een pak koffiebonen, die je zelf ter plaatste mocht malen. Het moderne leven ten top. En, om niet te vergeten, was er natuurlijk het snoepje van de week, allang geen snoep meer, maar een klein cadeautje voor kinderen. Plastic autootjes en treintjes, verkeersbordjes, knikkers, een magneetje of een plastic vulpotlood, ieder week was het weer feest. Reikhalzend kek ik uit naar het uitstapje naar de zelfbedieningswinkel.
Ook toen ze ging werken, bleef ik mijn moeders favoriete boodschappenloper. Als ik uit school thuiskwam, lag er vaak een boodschappenlijstje op tafel, met ongeveer gepast geld ernaast. Dan wist ik wat me te doen stond en deed zonder mopperen deze boodschappen. Er stond namelijk iets tegenover. Van ieder lege fles, die ik inleverde, mocht ik ter compensatie het statiegeld houden, en al die stuivers en dubbeltjes maakten al gauw een gulden. Een mooie aanvulling op mijn zakgeld, waarmee ik samen met mijn oudste broer de eerste singles van de Beatles kon kopen.
Moestuin ~ 1) Groeit en bloeit door familie (crypt.) 2) Groentetuin 3) Hoveniershof 4) Met groente beplant stukje land 5) Moeders gaard voor de groente (crypt.) 6) Met groente beplant stuk grond 7) Paasbloemen staan daar dus niet, wel groente (crypt.) 8) Tuin voor groenten 9) Volkstuintje
In ieder huwelijk is er na enige tijd natuurlijk sprake van een bepaalde rolverdeling. Opruimen doe ik graag, maar mijn vrouw maakt in de regel de boel schoon. Ik was af, zij droogt af. Aan shoppen heeft zij geen hekel, maar aan het sjouwen met boodschappen wel. Dat doe ik dus meestal; ik kan dan ook al terugzien op jarenlange ervaring. Het slepen met kratten bier, zoals zij dat zo lekker kan overdrijven, is natuurlijk niets voor een vrouw.
Na al die jaren is de lol van boodschappen doen er wel afgegaan. Dus probeer ik dat nu zo efficiënt mogelijk te doen. In plaats van ieder week weer alle keukenkastjes op hun inhoud te inspecteren en een rommelig boodschappenlijstje te maken, dat me in de winkel opnieuw van het kastje naar de muur stuurt, heb ik een systeem bedacht. Voor degenen, die mij een beetje kennen, natuurlijk geen verrassing, want ik heb voor alles in mijn leven wel een systeem. En deze systemen worden continu geoptimaliseerd.
In mijn laptop staat een boodschappenlijst, die parallel loopt aan de indeling van de producten in de supermarkt. Met een geprinte lijst in mijn hand neem ik de inhoud van koelkast en voorraadkasten door en kruis aan wat ik nodig heb. In sneltreinvaart ga ik door de supermarkt heen, waarbij ik geen meter te veel maak en waarbij geen ruimte is voor impulsaankopen, Die staan namelijk niet op mijn lijst. Natuurlijk gebruik ik de zelfscanner, want dan hoef ik niet aan te sluiten in de rij bij de kassa.
Een prima systeem, dat mij veel tijd bespaart. Die ik dan tenslotte weer verspeel, omdat er vijf mensen voor mij staan met een kassabon in hun handen, om bij de servicebalie hun moestuintjes te bemachtigen.
#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat een link achter naar je eigen blog onder het woord van die week zodat iedereen mee kan lezen.
De #WOT is bedacht door Karin Ramaker. Daarna is het overgenomen door Irene van Putten, vervolgens door Hendrik-Jan de Wit en nu dus door Martha Pelkman.