#WOT 11: Verademing
Het is maandagochtend en ik zit achter mijn bureau, met uitzicht op de zonnige heemtuin. Dit is een geliefde plek om een rondje met de hond te lopen en vanochtend zie ik een hond die door het hele gezin uitgelaten wordt. Of misschien laat de hond wel het gezin uit, want de twee kinderen hebben duidelijk behoefte aan frisse lucht en beweging. Misschien hebben ze gisteren wel de hele dag binnengespeeld en zijn ze de lego en de iPad inmiddels een beetje zat.
Om de verspreiding van het coronavirus te vertragen is er zondagmiddag besloten hun school dicht te houden, zodat de kinderen vanochtend niet in een vertrouwde structuur konden stappen, er zijn geen lessen en het is ook geen vakantie. Ze kunnen niet naar oma en opa, want die zitten in een risicogroep. Misschien was uitslapen en rustig opstarten nog wel even lekker, maar nu blijft er nog veel van de dag over. Vandaag gaat lang duren, morgen ook. Zouden hun ouders in staat zijn drie weken vooruit te denken?
Toen mijn vrouw afgelopen donderdag thuiskwam van de beste supermarkt in groenten en fruit, zei ze dat het zo druk was in de winkel. Dat heb je wel eens, dacht ik nog en besteedde er verder weinig aandacht aan, ik was met mijn hoofd met andere zaken bezig. Drie personen zijn er nog lang geen honderd, en dus had ik in goed overleg besloten die middag in dat kleine gezelschap gewoon te gaan schilderen. Om mijn verantwoordelijkheidsgevoel te tonen nam ik een flacon hygiënische handgel mee.
Vrijdagochtend was het mijn beurt om boodschappen te doen, bij de supermarkt die zijn klanten periodiek oproept om te gaan hamsteren. Rondom het winkelcentrum was het belachelijk druk, en ik had moeite om een parkeerplaats te vinden. Maar het kwartje viel pas, toen ik mensen met winkelwagens tegenkwam, die volgestapeld waren met voorgebakken broodjes, wc-papier en flessen water. Ook het rollatorgehalte lag veel hoger dan anders, want blijkbaar was jong en oud aan het inslaan. De hamsterweken waren hamsterdagen geworden en de grote vraag was: ging ik meedoen?
Toegegeven, mijn boodschappenlijstje was wel wat langer dan normaal, want het coronanieuws werd met het uur indringender. Neem een pak bloem mee, had mijn vrouw gezegd, wat macaroni en een paar potjes met bruine bonen. Doe ook maar tien in plaats van zes eieren, dan kunnen we altijd daarop nog even terugvallen. Uien hebben we nog genoeg.
Gelukkig kon ik de groenten- en fruitafdeling dus overslaan en bij de selleriesalade constateerde ik dat dit niet bij uitstek een product is om te hamsteren. Franse kaas was er ook nog in overvloed, maar bij het pastaschap was ik blijkbaar veel te laat. Alleen van de wat duurdere merken stonden nog een paar verpakkingen, met pastavormen die ik nog nooit gegeten had. Even was de aandrang heel erg groot om ze allemaal in mijn karretje te gooien, maar mijn ergernis won het van mijn hebzucht en ik liep door.
Met de rookworsten ging het ook lekker, de blikjes tonijn waren al op en ik zag dat er in Nederland de komende week veel bami gegeten gaat worden. En pannenkoeken, want niet alleen het vak met bloem was helemaal leeg, ook waren bijna alle soorten pannenkoekmeel op. In het vak ernaast waren de eieren dan ook snel gegaan, ik kon nog kiezen tussen vrije uitloop eieren en mais-scharreleieren. Gek genoeg was er bij het verse brood niets aan de hand (dat kun je toch ook invriezen?) en koffie en wijn waren er nog ruim voldoende.
De poelier verkocht gewoon kipfilet, de slager had voldoende voorraad filet americain en de tulpen waren net als vorige week vijf euro voor drie bossen. De vertrouwde rust in deze winkels was een verademing ten opzichte van de supermarkt.
Verademing: gelukkig gevoel omdat iets vervelends voorbij is of niet gaat gebeuren.
Ondertussen wordt onze toch al niet zo drukke agenda meer en meer schoongeveegd. Morgen knipt Jennie niet thuis, de afspraak bij de specialist in het ziekenhuis wordt telefonisch afgehandeld en de buurtkamer, waar mijn andere schildercursus plaatsvindt, is tot 17 april gesloten. Mijn vrouw gaat doorgaans driemaal per week sporten, maar nu even niet. De fitnessclub is dicht.
Woensdagavond kan ik niet zwemmen, want ook het zwembad is gesloten. Vervelender is dat mijn kleinzoon die dag drie jaar wordt en wij niet naar zijn feestje kunnen. Misschien kunnen we zijn cadeautjes op de stoep leggen, aanbellen en dan anderhalve meter afstand nemen. Maar een kusje of een knuffel zitten er niet in en dat is jammer, want het is zo’n hartverwarmend enthousiast kereltje. Hij zal er niets van begrijpen.
Met dit alles prijs ik me bijzonder gelukkig dat mijn vrouw en ik nog samen zijn. Met z’n tweeën kunnen we wel knuffelen, een spelletje scrabbelen of een potje kibbelen. In je eentje gaat dat niet. Het is te hopen dat er snel een vaccin tegen het virus komt, want het is precies zoals Herman van Veen ooit zong: Er bestaat geen medicijn tegen oud en eenzaam zijn. Tegen jong en eenzaam zijn trouwens ook niet.
Bovenstaand citaat komt uit het lied ‘Cirkels’ van Herman van Veen (1969).
#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag publiceert Irene van Putten op ipixtitude.com een woord waar je over mee kunt schrijven. Je kunt op ieder gewenst moment instappen.