#WOT 13: Wenen
Drie jongens in drie jaar en drie jaar later nog een meisje. Ik ben opgegroeid in een hondenmand vol competitie en met weinig tijd voor alleen mijzelf. Die schade heb ik inmiddels ruimschoots ingehaald en tegenwoordig ben ik zelfs in staat om te zeggen dat het hebben van twee oudere broers ook af en toe zijn voordelen had. Vooral de introductie van nieuwe, spannende dingen waar ik nog niet helemaal aan toe was, was een groot pluspunt.
Vijf jaar was ik toen mijn oudste broer een Monopolyspel voor zijn verjaardag kreeg, en ik keek mijn ogen uit. Witte briefjes van 10 gulden, oranje briefjes van 100 gulden en vooral die mooie paarse briefjes van 50 gulden. Onbegrijpelijke woorden als met hypotheek bezwaard en de bank betaalt u f 50,- dividend droegen bij tot mijn vooruitgangsoptimisme. Over drie jaar zou ik dit alles begrijpen.
Zonder enige twijfel is de introductie van de Beatles wel het grootste voordeel geweest. In het schooljaar 1962-1963 ging mijn oudste broer naar de middelbare school en werd daar overvallen door de Beatlemania. Vanaf de eerste klanken van Love me do raakte ook ik besmet en er was maar één klasgenoot met wie ik dit kon delen. Blijkbaar had niet iedereen een oudere broer of zus.
Mijn andere broer nam me mee in de wereld van de filatelie, oftewel het postzegels verzamelen. Het was nog niet bij me opgekomen dat je postzegels kon afweken en sparen, en kon opzoeken in een catalogus. Ze bleken ook nog geld waard te zijn. Nederlandse zegels, Europese zegels, koloniale zegels, kinderzegels, zomerzegels en speciale uitgiften ter bestrijding van het wereldvoedselprobleem of het steunen van het Rode Kruis, er ging een nieuwe wereld voor mij open.
Maar ook weer niet helemaal, want op verzamelen rustte thuis een monopolie, wat één van mijn broers spaarde was voor mij verboden verzamelgebied, ik moest zelf maar iets anders vinden om te sparen. Vogelplaatjes bijvoorbeeld, of later speldjes.
Mijn vader kwam thuis met een oud postzegelalbum, misschien van mijn opa, en hierin opende zich ook het verleden voor mij. De verzameling had de Tweede Wereldoorlog niet gehaald en het album zat vol Duitse en Oostenrijkse zegels, de laatste aangeduid als Kaiserliche Königliche Österreichische Post. Op veel van die postzegels stond een man met een snor als een huzarenstuk, die ik later herkende als Keizer Franz Joseph I en die ik op school bij geschiedenis nog vaak zou tegenkomen, als voorlaatste Habsburger in de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie.
Maar de mooiste zegel uit het album was een landschap uit de Balkan, met bergen en een viaduct in monochroom flessengroen, onder de mysterieuze naam Bosnien Herzogowina. Ik wist nog niets van de Vrede van Versailles, maar de Koude Oorlog was me niet ontgaan en ik vermoedde dat de zegel mij een kleine blik achter het IJzeren Gordijn gunde, uit de tijd dat Joegoslavië nog in nevelen gehuld was.
Jaren later zou de snor van luitenant-kolonel Thom Karremans mij doen terugdenken aan die van keizer Franz Joseph en de geheimzinnige groene postzegel, een landschap waarschijnlijk niet ver van Srebenica.
Wenen = 1) Oostenrijkse hoofdstad 2) huilen
Terug naar mijn oudste broer. Op Sinterklaas of met zijn verjaardag kreeg hij begin jaren zestig met enige regelmaat een Douwe Egberts-landenalbum als cadeau. Bij het album zat een zakje met kleurenfoto’s, die volgens de uitgever op de beste manier ingeplakt konden worden door alleen de bovenrand van de achterzijde met een smal glutonrandje vast te hechten.
Eén van die albums was Oostenrijk, en het was het saaiste album uit de serie. Op de voorkant natuurlijk een blauwe gentiaan en een edelweiss, een vrouw in hooggesloten Dirndl-jurk en een man in Lederhosen en dit alles tegen een achtergrond van veel bergen, kerken en kastelen. Het land werd omschreven als het laatste snippertje wereldrijk en Wenen als barokke stad van muziek, waar Beethoven op vijfenveertig verschillende plaatsen gewoond had. Roll over, Beethoven!
Het saaie van het Oostenrijk-album zit nog steeds in mij. Wanneer ik wat katterig naar het Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philarmoniker zit te kijken en het publiek zich beschaafd zie vermaken door gedisciplineerd mee te klappen met de Radetzkymars, moet ik altijd denken aan het tieten kont, tieten kont, tieten kont, kont, kont van Jan Wolkers. Het kost mij moeite het concert uit te zitten tot An der schönen blauen Donau, natuurlijk van Johann Strauss jr. Bij Weense walsen is de familie Strauss nooit ver weg, weet ik inmiddels.
De verstilde promotiefilmpjes van het Oostenrijks Verkeersbureau neem ik wel graag tot mij, want ik kan oprecht genieten van de plaatselijke varianten van de Jugendstil, de Wiener Secession en de Wiener Werkstätte. Maar als ik beelden zie van Slot Schönbrunn begint Leonard Cohen al snel in mijn hoofd Take this waltz te zingen, with its very own breath of brandy and death.
De Schotse groep Ultravox is dan nooit ver weg en vol melancholie zing ik samen met zanger Midge Ure This means nothing to me, oh Vienna. Met de bijbehorende videoclip op mijn netvlies wordt Wenen weer een stad in zwart-wit, een spionagenest op de grens van Oost en West en het waterhoofd van wat ooit een wereldmacht was.
Anton Karas speelt voor mij het thema uit de film The third man. Ik ben Harry Lime die wordt achterna gezeten door de riolen van de stad, diep onder de barokke suikertaart, met een kerk die mijn voornaam draagt en waar men in koffiehuizen sinds het Congres van Wenen uit het begin van de negentiende eeuw Sachtertorte eet.
Met zoveel historisch besef, ondergedompeld in muziek en gekoppeld aan vooroordelen en valse beelden, zou ik toch echt eens naar Wenen moeten gaan. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de fascinerende huizen van Friedensreich Hundertwasser. Maar met het verbod op niet-noodzakelijke reizen laat ook dit bezoek zich gemakkelijk uitstellen en hoef ik mijn gedachten nog niet te toetsen aan de werkelijkheid.
‘Roll over Beethoven’ is een nummer van Chuck Berry, dat op de LP ‘With the Beatles’ uit 1963 staat. ‘Take this Waltz’ staat op de cd ‘I’m your man’ van Leonard Cohen (1988). ‘Vienna’ van Ultravox haalde in 1981 de eerste plaats in de Nederlandse hitlijsten, niet in het minst door de videoclip die voor een groot deel gewoon in Londen werd opgenomen. ‘The third man’ is een film noir uit 1949 en het instrumentale thema ervan stond in 1950 elf weken op de eerste plaats van de Amerikaanse Billboard-hitparade. De wel zeer Nederlandse interpretatie van de ‘Radetzkymars’ staat in Turks Fruit van Jan Wolkers, dat in 1969 voor het eerst in boekvorm verscheen.
#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag publiceert alimolenaar.nl een woord waar je over mee kunt schrijven. Je kunt op ieder moment instappen.