#WOT 16: Emotie
Karma is a bitch schoot er door mijn hoofd, toen ik me gisteren meldde bij de slagboom van de Bernhardkazerne in Amersfoort. Mijn naam en het doel van mijn bezoek was voldoende om toegelaten te worden. Tussen de afgedankte tanks door liep ik, niet helemaal op m’n gemak, over het enorme kazerneterrein op zoek naar gebouw R, de bedrijfskantine. Ik was me er terdege van bewust dat het nu geen love, peace and happiness zou worden. Vandaag was ik in het hol van de leeuw, uitgenodigd voor een reünie van de Huzaren van Boreel.
Karma inderdaad, want ik had deze dag over mezelf afgeroepen. Vijf maanden geleden immers was ik begonnen met het ontcijferen, en in de computer vastleggen, van het dagboek en de brieven van een oom van mijn vrouw, die in 1949 in Nederlands-Indië aan de pokken was overleden. Tot dat moment kenden wij van hem eigenlijk alleen maar een foto in een ovalen lijstje in de boekenkasten van moeder en van oma, en van de schaarse verhalen van zijn moeder en zussen. Tweeëntwintig maanden dagboek, en meer dan tweehonderdvijfenzeventig brieven verder was het beeld van oom Cor behoorlijk gewijzigd en werd hij een mens van vlees en bloed. Vriendelijk en koppig, standvastig en spaarzaam. En met gevoel voor humor.
In de kantine verzamelden zich de laatste nog in leven zijnde huzaren van de lichtingen 1946 en ’47, uiteraard begeleid door kinderen en kleinkinderen. Zelfs een kwieke negentigjarige redt zo’n dag niet in z’n eentje, en ik hoorde een veteraan zeggen dat hij zijn rijbewijs onlangs toch maar had ingeleverd. Terwijl hun vrouwen en kinderen achter koffie met gebak uitvoerig de naweeën bespraken van de Indiëtijd van man of vader, waren de veteranen zelf opvallend stil. Na hun terugkeer hadden zij er niet over willen praten, en dat wilden ze eigenlijk nog steeds niet. Ze keken elkaar aan, en wisten voldoende. Dit waren de kameraden, die meegemaakt hadden wat zij zelf hadden meegemaakt, en daar hoefde niet over gesproken te worden. Hun zwarte baret en het ereteken voor Orde en Vrede, met een bronzen gesp voor ieder in Indië doorgebracht jaar, droegen zij met nog zichtbare trots.
Duidelijk werd wel, dat Nederland bij thuiskomst niet goed voor hen was geweest. Met vijfenzeventig gulden soldij werden zij per bus thuis afgezet, en moesten verder maar zien, hoe ze hun leven weer op de rit kregen. Van debriefing en posttraumatische stressstoornis had in 1950 nog niemand gehoord. Dat het een koloniale oorlog was, daar konden zij toch niets aan doen? Ze waren dienstplichtig, kregen een opdracht en werden weggestuurd. Na thuiskomst is in hun hoofden de oorlog nog lang doorgegaan.
Emotie ~ 1) Aandoening 2) Aandoenlijkheid 3) Affect 4) Bewogenheid 5) Beroering 6) Belevenis 7) Beweging 8) Beroering over het vijfde voorstel (crypt.) 9) Gevoel 10) Gevoelens 11) Gisting 12) Gewaarwording 13) Gevoelsexplosie 14) Gemoedsuiting 15) Gemoedsbeweging 16) Gemoedsgesteldheid 17) Gemoedsaandoening 18) Gevoelen 19) Heftige gemoedsbeweging
Rond het middaguur nam ik met witte roos in mijn hand deel aan de korte herdenkingsplechtigheid bij het Cavaleriemonument. Een broze veteraan las de namen op van de soldaten, die in Indië waren achtergebleven, waaronder oom Cor. Een andere sobat noemde de namen van zijn wel teruggekeerde strijdmakkers, die sinds de herdenking van vorig jaar waren overleden. Hun aantal was groter dan dat van de nog aanwezige huzaren. In het warme middagzonnetje gingen mijn gedachten hun eigen gang en ik hoorde Boudewijn de Groot tegen Mijnheer de president zingen: Denk maar niet aan al die jonge frontsoldaten, eenzaam stervend in de verre tropennacht. Wel dus, maar nu geheel anders. De tijd, dat ik dacht dat vrede het beste bereikt kon worden door vooral niet in dienst te gaan, leek verder achter me te liggen dan ooit.
In zijn brieven heeft oom Cor het regelmatig over het eten, want, zo schrijft hij, dat is voor een soldaat een voornaam ding. Aangereden varkens of kippen worden gebraden en zijn een welkome aanvulling op de aardappels uit blik, vage soepjes en harde krentenbollen. Het thuisfront stuurt de jongens kaas en suiker, maar na verloop van tijd gaat de voorkeur toch uit uit naar nasi goreng. Natuurlijk stond dat gistermiddag op het menu.
Vanochtend kon ik nauwelijks mijn bed uitkomen, mijn hele lijf is moe en mijn hoofd zit vol. Ik wist niet, dat over je eigen schaduw heenstappen zo vermoeiend kon zijn. Het was goed de hervonden oom Cor op deze manier de laatste eer te bewijzen, maar in mijn hoofd gaat het proces nog even door. Ik stel mijzelf vragen, die ik als weke pacifist nooit hoefde te stellen. Schakelen militairen, als dat nodig is, hun emoties uit door ze te verstoppen in gezamenlijke exercities, goed geoefend machtsvertoon en veelkleurige medailles? Kunnen deze dan weer tevoorschijn komen in een goed gesprek? Of blijft er een gedeelte achter, alleen herkenbaar voor hun kameraden?
Overigens denk ik nog steeds niet, dat ik een goed soldaat geweest zou zijn; daar ben ik te eenzelvig en te eigenzinnig voor. Misschien wel te laf. Bij het wegrijden zag ik dan ook met opluchting de slagbomen in mijn achteruitkijkspiegel dalen. Ik was weer weggesnapt, zoals oom Cor gezegd zou hebben.
#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat een link achter naar je eigen blog onder het woord van die week zodat iedereen mee kan lezen.
De #WOT is bedacht door Karin Ramaker. Daarna is het overgenomen door Irene van Putten, vervolgens door Hendrik-Jan de Wit en nu dus door Martha Pelkman.
Mooi!