#WOT 17: Compliment
Misschien vind ik het krijgen van een compliment nog wel moeilijker dan het geven ervan, en ik weet zeker dat ik dat laatste te weinig doe.
De meeste mensen, denk ik zo, als ik de televisiereclame zie van die coöperatie voor uitvaartverzorging, die onder het motto Waarom wachten met iets moois zeggen als het ook vandaag kan? familieleden tegen elkaar laat uitspreken wat anders nog heel lang ongezegd zou blijven.
Nu ga ik in dit blog mijn familieleden met rust laten, maar ik wil reageren op een vraag uit de krant van afgelopen zaterdag om te schrijven welk liedje van Boudewijn de Groot sterke herinneringen bij mij oproept, nu hij besloten heeft niet meer te gaan optreden. Het antwoord mag de zanger beschouwen als een welgemeend compliment, maar ik heb mijn twijfels over zijn ontvankelijkheid hiervoor. Zijn zoon Marcel zei ooit geen idee te hebben wat er in zijn vader omgaat, en deze ondoorgrondelijkheid heb ik eenmaal van dichtbij mogen meemaken.
Compliment: 1) galanterie 2) lofuiting 3) pluim 4) schouderklopje 5) uiting van bewondering 6) woord van lof
Persoonlijk ben ik niet iemand voor een meet and greet, maar die avond in het Dordtse Kunstmin moest het er toch maar een keertje van komen. Na afloop hing ik samen met een vriend bij de tafel met cd’s en andere handelswaar, waar Boudewijn de Groot zou komen signeren. Na een klein halfuurtje verscheen de zanger en kreeg ik de gelegenheid hem een hand te geven en mijn cd te laten signeren.
In mijn hoofd zocht ik naarstig naar zinvolle vragen om te stellen, maar die kwamen er niet. Van zijn kant was de zanger ook helemaal niet op zoek naar ongevraagde antwoorden, zodat ik al heel snel tot de conclusie kwam dat het inderdaad beter is je idolen niet in levenden lijve te ontmoeten, zeker niet veertig jaar na dato.
Toen onze vijftigste verjaardag naderde stelde ik samen met een andere vriend een Top-50 samen van liedjes, die een grote invloed op ons hadden gehad. Om beurten nomineerden wij in chronologische volgorde drie nummers, waar de ander dan een keuze uit maakte. Het was de bedoeling dat we onze nominaties goed zouden beargumenteren, waarmee deze terugblik een hoog midlife-gehalte meekreeg.
Bij mijn nominatie voor Naast jou schreef ik toen: Ik ga nog even terug naar 1966. In het najaar verschijnt de LP ‘Voor de overlevenden’ van Boudewijn de Groot. Een mijlpaal in mijn bestaan. Je kon dus ook in het Nederlands behoorlijke teksten maken. En het klonk zo goed. Wat zeg ik … het klinkt nog steeds fantastisch. Anderhalf jaar later kon ik deze LP voor een tientje overnemen van een meisje van de zwemvereniging. Ik heb hem bijna grijs gedraaid. Boudewijn de Groot is mijn echte jeugdheld, mijn steun en toeverlaat in kille tijden. En daarom moet hij in deze Top-50 terechtkomen.
Die anderhalf jaar was in feite bijna vier jaar, want op de binnenhoes van de plaat vond ik de juiste datum van aanschaf: 8 juni 1970. Dat past ook beter bij de rest van mijn herinneringen aan die tijd, want Boudewijn de Groot hoort helemaal bij mijn laatste twee jaar op de middelbare school. De Beatles waren uit elkaar, muziek uit de hitparade was al een tijdje niet zo interessant meer en ik was op zoek naar nieuwe troost en houvast, naar teksten die mij iets over het leven vertelden en zo mijn dagelijkse sleur wat draaglijker konden maken.
Wat maakt Naast jou nu mijn favoriete nummer van Boudewijn de Groot? Waarom kwam dit nummer uiteindelijk op de eerste plaats van onze Top-50 terecht?
Natuurlijk speelt de weinig expressieve en daardoor rustige zangstem een grote rol, en sturen melodie en ritme op een prettige wijze de woorden. Maar zonder de tekst van Lennaert Nijgh zou het lied mij nooit zo lang bijgebleven zijn, want naar bed gaan met een meisje was voor mij in 1970 eigenlijk iets waar ik me niets bij kon voorstellen, maar waarvan ik hier dan toch een tipje van de sluier kreeg opgelicht.
Blijkbaar hoorde er een cocktail van gevoelens bij: verdriet, angst, schaamte, een lach en een traan maar ook liefde en geluk. Veel gevoelens, die thuis of op school niet altijd voorradig waren, maar die blijkbaar dus wel bestonden. Die jongen van zestien ben ik allang niet meer, maar het is toch opmerkelijk dat meer dan vijftig jaar later Naast jou voor mij niets aan geloofwaardigheid of oprechtheid heeft ingeboet.
Ik realiseer me nu ook dat ooit de dag komt dat er geen naast jou meer zal zijn. Dat, wanneer het weer ochtend is en de zon al is gaan schijnen, één van ons door zijn of haar wimpers in het zachte licht de ander niet meer in de kamer zal zien staan. Zal er dan troost zijn in de afsluitende woorden: Ik blijf dromen van precies dezelfde dingen, ik zal je weerzien en we blijven bij elkaar?
De mevrouw van de krant gaf mij voor mijn herinneringen aan dit lied ongeveer honderdvijftig woorden; dat is bij lange na niet gelukt. Het zou de zanger, die vijftien studioalbums op zijn naam heeft staan, elf keer in de Top-40 stond en met Avond de eerste plaats in de Top 2000 bereikte, ook geen recht doen.
Zonder levensliederen te zijn gaan zijn songs al mijn hele leven mee. En dus, in zijn eigen woorden: Haal flessen uit de kelder en haal muziek in huis. Laat iedereen het horen: de reiziger is thuis. Bedankt, Boudewijn!
Per e-mail heb ik mijn complimenten ook rechtstreeks aan de liedjeszanger gegeven. Dit was zijn reactie.
‘Beste Stephan,