#WOT 17: Overdracht
Het belang van een vast contract en dienstjaren werd mij al heel snel duidelijk. Op een dieptepunt in de economie, met hoge werkloosheidscijfers en weinig goede vooruitzichten, was de markt voor afgestudeerde historici zo goed als verzadigd. Het arbeidsbureau noemde mij onbemiddelbaar, het uitzendbureau had alleen een betrekking als conciërge in de aanbieding. En zo begon mijn carrière in het onderwijs op de Lagere Economische Detailhandelsschool in het centrum van Dordrecht, met koffie zetten, kachels open en dicht draaien, banden plakken en surveilleren op het schoolplein.
Op voorspraak van de directeur aldaar kon ik twee maanden later als invaller beginnen op de Rijksscholengemeenschap in Goes, waar zijn zus werkte en de leraar geschiedenis moest herstellen van een hartaanval. In het voorjaar van 1980 zag ik de zware Zeeuwse klei vanuit de trein langzaam veranderen in groene akkers. Aan het einde van het schooljaar kreeg ik zelfs een tijdelijke aanstelling bij de scholengemeenschap Blaise Pascal in Spijkenisse, en het was niet moeilijk om in deze groeikern een woning te vinden.
Natuurlijk hoopte ik door te kunnen groeien naar een volledige betrekking en een vaste aanstelling, maar het keuzevak economie zat mij dwars. Geschiedenis werd minder populair, in onzekere tijden kozen leerlingen liever een concreter vak met zicht op de toekomst, en de vaksectie geschiedenis stond onder druk. Ik maakte kennis met het lifo-principe (last in, first out) en moest op zoek naar een andere baan.
Overdracht = 1) het overdragen van een waardigheid 2) handeling waardoor men ten behoeve van een ander afstand doet van zijn recht op iets 3) aflevering 4) delegering 5) transfer 6) overmaking 7) afstaan 8) order 9) overgave.
Vlak voor de zomervakantie slikte ik mijn trots en zeven jaar studie in en solliciteerde op een vacature voor leraar maatschappijleer op de meao in Vlaardingen, een afdeling van de Christelijke Scholengemeenschap Beneden Maas, aan de andere kant van de Beneluxtunnel. Blijkbaar liep het niet storm voor deze vacature, want boven de advertentie stond HERHAALDE OPROEP en dat begreep ik wel. Wie wilde er nu leraar maatschappijleer worden?
Het vak was in de jaren vijftig op kweekscholen ontstaan als Cuma, kennis van cultuur en maatschappelijk leven, en had een plaats gekregen in de Mammoetwet van 1968. Het nieuwe vak kreeg geen voorgeschreven inhoud, er kwam geen lerarenopleiding voor en het zou geen eindexamenvak worden. Vooral geschiedenisleraren deden het erbij, maar ook gymnastiekleraren en ex-priesters.
Twee jaar lang had ik op deze manier het vak mogen geven aan vier havo en als dank hiervoor een bevoegdheid gekregen. Maar van de inhoud van het randvak was ik niet bepaald enthousiast geworden, en van de ontvangst ervan door de leerlingen al helemaal niet.
Maar een collega vertelde me dat maatschappijleer op de meao een eindexamenvak was, en dat er dus exameneisen geformuleerd waren. Er was een lesprogramma en er waren lesboeken. Ik hoorde onze pasgeboren dochter huilen en schreef een brief. Twee dagen later werd ik telefonisch uitgenodigd voor een gesprek, werd niet te links bevonden en kreeg een volledige betrekking met uitzicht op een vaste aanstelling.
Het sollicitatiegesprek ging zo vlot dat ik om een eigen lokaal durfde te vragen, en tot mijn verbazing nog kreeg ook. Voor mij geen zwervend bestaan meer door de gangen van een school, om verrast te worden door lokalen met te weinig bankjes, een volgeschreven bord, met verstopte bordenwissers of zonder krijtjes.
Mijn voorganger was, geheel in de lijn van het vak, dominee. Het was een bevlogen man, herder en leraar tegelijkertijd, maar vond het tijd om zich te concentreren op zijn gemeente. Hij droeg de sleutel van het lokaal aan mij over, samen met de sleuteltjes van twee bruine kasten die in het lokaal stonden, aan weerszijden van het bord. Hij nam een paar boeken uit de overvolle en chaotische kasten, stopte deze in zijn tas en zei dat de rest van de inhoud voor mij was. Ik zou er nog veel aan kunnen hebben.
Het was wel even wennen in de lerarenkamer. Sectiegenoten had ik niet, dus schoof ik aan bij collega’s boekhouden, commerciële economie en statistiek en bemerkte dat de gesprekonderwerpen hier toch iets anders lagen dan op mijn vorige scholen. Het voetbalweekeinde werd diepgaander besproken, en vanaf januari tot april vlogen de aftrekposten van de nieuwe belastingaangifte mij om de oren. De computer deed zijn intrede en werd al snel gespreksonderwerp nummer één, inmiddels op de voet gevolgd door nieuwe hypotheekvormen en de stand van de hypotheekrente.
Na een kwartiertje koffiepauze ging de schoolbel weer, net zoals aan het begin en het einde van iedere les, zes uren lang, iedere dag weer. De vrijheid van de jaren zeventig en de lichte anarchie van het studentenleven leken nooit te hebben bestaan. Ik was volwassen geworden, maar niet helemaal zonder spijt.
#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag publiceert alimolenaar.nl een woord waar je over mee kunt schrijven. Je kunt op ieder moment instappen.