#WOT 22: Wens

In april 1971 stond ik te midden van klasgenoten in Rome met mijn rug naar de Trevifontein en wierp met mijn rechterhand een muntje van tien lire over mijn schouder. Hiermee gaf ik gehoor aan de mythe, dat ik op deze manier ooit in de Eeuwige Stad terug zou keren en ik hoopte dat Anita Ekberg die keer wel ongeremd door de fontein zou waden, zoals zij dat in Fellini’s La Dolce Vita deed. De eerste wens kwam uit, de tweede helaas niet: toen ik in augustus 2015 terugkeerde naar Rome, was Anita een half jaar daarvoor overleden.
Waarschijnlijk maakte ik hierbij dezelfde fout als die Griekse koning, die bij zijn wens om onsterfelijk te worden vergeten was te vragen om daarbij ook jong te blijven. Want hoe zou het geweest zijn om Anita Ekberg daar achter een rollator te hebben zien lopen? Ook voor actrices is er niets op tegen om ouder te worden, maar het zou toch niet de filmscène geweest zijn die mij voor ogen stond. Dokter Deen is toch ook een andere Monique van der Ven dan Olga in Turks Fruit?
Nee, wensen zijn gevaarlijk, want er is altijd het risico dat ze uitkomen. Alles wat koning Midas aanraakte werd inderdaad goud, maar gouden druiven zijn zuur en de wijn was niet meer vloeibaar. In zijn diepe wens zijn geliefde terug te halen uit de onderwereld kwam Orpheus een heel eind, maar zijn verlangen om Eurydice te zien deed haar veranderen in een stenen zuil. Net zoals cadeautjes in een verpakking nog niet tegen kunnen vallen, zo zijn de meeste wensen mooier zolang ze geen werkelijkheid zijn geworden.
Daarom heb ik geen bucket list, ook al niet omdat wensen hierbij meestal overgaat in willen en daarmee iets dwangmatigs krijgt. Maar ik heb wel een geheime lijst vol dagdromen, die al geweest zijn of nooit zullen uitkomen en waarover ik eindeloos kan mijmeren. Ik nodig je uit in mijn tijdmachine, die alleen maar in zijn achteruit kan. De toekomst komt vanzelf wel, dat is mij inmiddels wel duidelijk.
Wens ~ 1) Begeerte 2) Begeren 3) Believen 4) Betrachting 5) Desideratum 6) Dat verlangen we voor de spoorwegen. 7) Eis 8) Felicitatie 9) Gelukwens 10) Geneigdheid 11) Heil 12) Hoop 13) Mededeling 14) Verkiezing 15) Verlangen 16) Verzoek 17) Verzuchting 18) Waarschijnlijkheid 19) Wil 20) Zin
Het is zondagmorgen, begin 1949, en mijn ouders zitten uit de kerk koffie te drinken bij mijn oma, de moeder van mijn moeder. Het is druk in de voorkamer, want alle broers en zussen zijn aanwezig en de aanstaande bruiloft is het belangrijkste gespreksonderwerp. Ergens in de achterkamer zit ik, op de oudroze geverfde bank onder het raam, voor de vensterbank met de knollen van uitgebloeide cyclamen. Heeft mijn moeder ook nu het hoogste woord? Past mijn vader zich een beetje aan, doet hij mee met het gesprek of vertelt hij ook nu liever een mop? Hoe zien zij hun toekomst samen? Hoe is het om mijn moeder als zus en dochter te zien, mijn vader als zwager en schoonzoon? Ga ik hen nu beter begrijpen?
Het is 1966 en in plaats van over de Rotterdamse Beukelsdijk loop ik door swinging London. In Carnaby Street heb ik zojuist een huzarenjas gekocht, eentje die Jimi Hendrix niet zou misstaan. Mijn haar hangt op mijn schouders en ik draag een rond brilletje met blauwe glazen. Vanochtend heb ik Tower Bridge bezocht, en ben met de Union Jack over mijn schouders op één van de kanonnen op de oever van de Theems gaan zitten. Vanavond ga ik naar de Marquee Club in Oxford Street, naar een optreden van Pink Floyd. Dit leven zonder ouders, zonder school of kapper bevalt mij prima. Volgend jaar ga ik naar San Francisco.
Haar kleine broertje is nog maar net toe aan de peuterspeelzaal, haar grote zussen gaan al naar de basisschool. Het is een mooie vrijdagochtend in mei 1993 en ik fiets met mijn jongste dochter naar de dependance van de school, waar de kleuterklassen zitten. Ik weet dat ik dit moment maar één keer over kan doen en deze keer heb ik geen haast, ditmaal is het geen routine. Ik hoor mijn kleine meid naast mij babbelen en voel mij honderd procent papa. In het lokaal bekijk ik haar werkjes, zie ik weer dezelfde moeders de juffrouw voor zich opeisen, praat eventjes met de meisjes aan haar tafeltje en trek me stilletjes terug. Op de terugweg zijn mijn ogen vochtig, want dat groot worden gaat veel te snel. Haar oudste zus gaat volgend jaar al naar het voortgezet onderwijs.
Gelukkig realiseer ik mij iedere keer weer op tijd dat mijn dagdromen niet veel anders zijn dan het tuinpad van de vader van Wim Sonneveld, een verlangen naar iets wat definitief voorbijgegaan is en nooit meer terug zal komen. Dat geldt natuurlijk ook voor alles wat ik vandaag doe en daarom is het goed dat ik nu de wekker laat afgaan. Nee, ook mijn tijdmachine is een wens die niet mag uitkomen.
WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat bij Martha een link achter naar je eigen blog.
Je hebt de Griekse manier van leven: zij staan met hun rug naar de toekomst en zeggen dan “Kijk eens wat we allemaal al hebben meegemaakt!”
Mooi hoor.
Of dat helemaal waar is, waag ik te betwijfelen. Want geconfronteerd met die Griekse manier van leven schreef ik op Korfoe in 2010:
’43 graden in de zon
in het kleine archeologisch museum
bewaken failliete suppoosten
tweederangs resten van vergane glorie
het gymnasium langer geleden’
Maar het valt niet te ontkennen dat mijn verleden inmiddels groter is dan mijn toekomst.