#WOT 24: Reizen
Het nieuws was er vol van, de registratie van corona-gevaccineerden en hun mogelijkheden om dit te kunnen bewijzen. Komt er een app? Komt deze nog voor mijn vakantie? Geeft de huisarts mijn vaccinatie wel door? Het ziekenhuis? Telt het ook als ik al Corona gehad heb? Wie gaat dat bevestigen?
Ineens was daar ook het gele GGD-boekje als mogelijkheid, en ergens diep in een lade moest ik nog een oud exemplaar hebben liggen, van de reis die ik eind jaren zeventig naar Bangkok en Sydney maakte. Op een dergelijk moment prijs ik mezelf gelukkig met mijn opgeruimde aard, want ik wist ongeveer wel waar het boekje moest liggen. Ik ben namelijk beter in vinden dan in zoeken.
In een doorzichtige plastic mapje vond ik een roze geneesmiddelenkaart, handgeschreven en niet gedateerd, maar het stempel van de huisartsenpraktijk gaf nog het adres aan van het oude gezondheidscentrum, dat inmiddels gesloopt is en waar nu appartementen staan. Ook de namen van de vier huisartsen gaven iets prijs van de ouderdom van het kaartje, want van de vier namen staat er nog maar eentje op het naambordje in het nieuwe gezondheidscentrum.
Begin jaren negentig werd bij mij een pernicieuze anemie geconstateerd en sindsdien moet ik maandelijks geïnjecteerd worden met vitamine B12. Om met injectienaalden en ampullen de grens over te gaan, en dan in mijn beste Frans uit moeten leggen dat ik geen junk in het bezit van verdovende middelen ben, leek mij een heel gedoe. De roze kaart moest dat voorkomen en er is een preventieve werking van uitgegaan: ik ben nooit aangehouden en heb hem nooit nodig gehad.
Het mapje bevatte ook een blauwe inentingskaart en mijn moeder heeft de opdracht van de Geneeskundige Inspectie van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, om de kaart zorgvuldig te bewaren, ter harte genomen. Hij kwam tevoorschijn bij het opruimen van mijn ouderlijk huis en daarom weet ik nu dat ik in 1958 in Harlingen een injectie heb gekregen, die schuilgaat achter de letters P.D. Het stempel is geplaatst in het vakje Kinderverlamming (Polio).
Het begin van het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma moet ik dus aan den lijve hebben ondervonden, want als reactie op een grote polio-epidemie in 1956 werd er voor het eerst een landelijke vaccinatiecampagne opgezet, gericht op alle kinderen geboren vanaf 1 januari 1950.
De kaart roept toch een vraag bij mij op, want op 15 december 1958 woonden wij allang niet meer in Harlingen, dus waarom daar? Ik kan me vaag herinneren daar samen met mijn dwarse broer een blauwe maandag op een kleuterschool gezeten te hebben en ik meen dat ik toen bij een zus van mijn vader gelogeerd heb. Het buitentoilet zie ik nog zo voor me, en ruik het houten tonnetje nog dat eenmaal per week geleegd werd. Was het in deze tijd?
Van mijn oudste broer en zusje heb ik hier geen herinnering, en ook niet aan mijn ouders. Wanneer het begon en wanneer het is geëindigd weet ik ook niet, en naar de achtergrond kan ik slechts gissen. Kon mijn moeder het in Dordrecht niet aan met vier kinderen? Was ze ziek of in het ziekenhuis? Waren er spanningen in het huwelijk? Het is te laat om het nog te vragen, maar ook betwijfel ik of ik een eerlijk antwoord zou krijgen. Iets bespreken kwam in ons gezin niet voor.
Reizen: 1) een reis ondernemen 2) onderweg zijn 3) toeren 4) trekken 5) zich verplaatsen
Onderop in het plastic mapje lag inderdaad het gele paspoort. Maar niet hetzelfde cadmiumgele exemplaar dat ik op de televisie had gezien, dit was duidelijk een oudere versie, meer okergeel en met een bescheiden lay-out. Het Koninkrijk der Nederlanden was in woord en wapenschild nadrukkelijk aanwezig, het Ministerie van Volksgezondheid en Milieu ook, zodat het boekje nog steeds een onmiskenbaar officieel cachet heeft.
Het opent met niet-ingevulde pagina’s voor pokken en gele koorts, maar de stempels en handtekeningen bij cholera en maken duidelijk dat ik in het najaar van 1978 goed voorbereid op reis ging. Tyfus had geen eigen bladzijde gekregen, maar werd vermeld onder Andere vaccinaties en kreeg daar zijn officiële status, wederom door stempel- en balpeninkt.
Nadat ik op zaterdagochtend in de sporthal keurig een kwartier lang op een witte plastic stoel had zitten wachten op bijwerkingen, die gelukkig niet kwamen, mocht ik naar buiten, langs de GGD-partytafel waar ik mijn oude paspoort aan de medewerkster liet zien. Ze liet haar verbazing nauwelijks blijken, bladerde het boekje door, vond nog een blanco pagina Andere vaccinaties en besloot die te gebruiken.
De vooruitgang heeft ten dele stilgestaan, want er wordt nog steeds gestempeld en geschreven, maar de handtekening is ingekort tot een paraaf en ik kreeg een eigentijds stickertje met de firmanaam van de vaccinproducent, plus een code die verwijst naar de partij waarin mijn flesje geproduceerd is.
Kom ik nu de de grens over? Nou nee, ik heb nu mijn medicijnkaart, mijn blauwe inentingskaart met een inlegvel voor tetanus, het oude gele paspoort met maar één genoteerde vaccinatiebeurt en twee registratiekaarten die allebei zeggen geen officieel bewijs van vaccinatie te zijn. Aan het einde van deze week moet ik de CoronaCheck-app downloaden om met mijn DigiD de QR-code van het EU Digital Corona Certificaat te kunnen uploaden, tenminste, als mijn vaccinatiegegevens automatisch kunnen worden opgehaald bij de GGD.
Maar daarmee ben ik er nog niet. Ieder vakantieland mag eigen aanvullende eisen stellen, bijvoorbeeld een PCR-test met een certificaat dat bewijst dat de test niet meer dan drie dagen oud is. Vakantielanden hebben vanuit Nederland een kleurcode in groen, geel en rood, maar tijdens de vakantie kan die code van kleur verschieten, zo’n beetje als dat waterijsje in die oude STER-reclame: hé het is groen – hé nou is ie weer rood – groen – geel – oranje.
Ik denk dat ik dit jaar nog maar even in Nederland blijf. Verder dan een familiebijeenkomst in Amsterdam ben ik de afgelopen tijd toch niet gekomen.
#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag publiceert alimolenaar.nl een woord waar je over mee kunt schrijven. Je kunt op ieder moment instappen.