#WOT 26: Kapot
Het was al wekenlang warm in Nederland, maar hoe zou het in Schotland zijn? Al jaren stond een vakantie hier naartoe op mijn verlanglijst, maar iedere keer weer had het verlangen naar zomers weer het gewonnen van de aantrekkingskracht van bergen en meren, van mist en regen. Was het Balmoral Castle, het zomerverblijf van de Engelse koningin dat prominent aanwezig was in The Crown, dat ons dit jaar over de streep trok? Of was het de televisieserie Shetland, waar inspecteur Jimmy Perez in zijn moordonderzoeken op de gelijknamige eilanden een verlangen naar eilandgevoel en alleen zijn opriep? In ieder geval lukte het ons dit jaar in februari al om niet te zwichten voor een zonbestemming en te kiezen voor het land van doedelzak en whisky.
Maar wat moest er in de koffer? Natuurlijk een regenjack en een warme trui, dichte schoenen en misschien ook wel een sjaal voor echt koude momenten. Zou ik dat dikke vest ook maar meenemen? Ik liep naar zolder om een paar winteroverhemden van flanel te pakken, want met alleen dunne zomershirts zou ik het niet redden. De poloshirts met lange mouwen wonnen het van de korte mouwen en de meeste T-shirts bleven in de kast achter. Twee spijkerbroeken en één lichte zomerbroek, voor het geval de Schotse zon zich toch nog een keertje zou laten zien. Geen korte broek natuurlijk, maar wel vijftien paar sokken, inclusief reservesokken voor natte voeten. Een plastic regencape voor stortbuien en een paraplu voor gewone regenbuien. De koffer zat wel wat voller dan anders, maar gelukkig wordt bij busreizen je koffer niet op gewicht beoordeeld.
Om kwart over vijf ’s ochtends was het buiten een beetje koud en was ik blij dat ik een winteroverhemd aangetrokken had. De bus bij het overstappunt was bij vertrek nog lekker fris, maar gaandeweg de ochtend liep de temperatuur al aardig op. Alles wees er op dat het een mooie dag zou worden en uren later was het inderdaad zo zonnig en helder dat we in Dover de Franse kust nog konden zien.
Dover? Schotland? Ja, rijden is goedkoper dan varen en de busmaatschappij had gekozen voor de kortste overtocht, zodat wij bijna vijfhonderd mijl lang konden genieten van het Engelse landschap en langs steden reden, waarvan de namen klonken als de Top Veertig van 1968: Cambridge (Pink Floyd), Birmingham (the Move), Sheffield (Joe Cocker) en Leeds (the Who, Live at Leeds). De Yorkshire Dales en het Lake District baadden in het zonlicht en in de bus werd het steeds warmer. Misschien was dat overhemd toch niet zo’n goed idee geweest.
Kapot ~ 1) (vulgair) dood 2) doodmoe: kapot zitten uitgeput zijn 3) onthutst, gebroken: ze was er kapot van 4) stuk; = gebroken: het slot is kapot
Twee dagen later kregen we een uur langer de tijd om Edinburgh te bezoeken, want de chauffeur ging met de bus naar de garage, omdat de airconditioning niet werkte. Daar hadden we al zo’n vermoeden van, want de thermometer in de bus gaf rond de dertig graden aan en het was eigenlijk moeilijk om vast te stellen of dit nu de binnen- of buitentemperatuur was, bij het uitstappen was er eigenlijk weinig verschil merkbaar. Wel was de buitenlucht een verademing.
Die acht dagen regende het weerrecords in Schotland: het is er in 125 jaar niet zo warm geweest. De zon scheen in Edinburgh en in Dundee, bij Balmoral Castle en in het Highland Folk Museum. Nessie liet zich aan de oevers van het zonovergoten Loch Ness gewoontegetrouw niet zien, maar Ben Nevis, de hoogste berg van Groot-Brittannië, liet zijn top juist wel zien. De Victoriaanse badplaats Rothesay op het eiland Bute kreeg in de zon iets van haar oude glorie terug en de radio vertelde dat het asfalt op de wegen aan het smelten was.
De airconditioning gaf zijn reparatie snel op, zodat wij balorig ieder nieuw temperatuurrecord in de bus uitgebreid toejuichten en vierden met alweer een flesje water. Het record ligt op 33 graden.
Heel eventjes liet Schotland zich van haar vertrouwde kant zien. Na alweer een warme en adembenemende excursiedag naderden wij ons hotel in het noordelijk gelegen Ullapool en reden opeens laaghangende wolken in. In korte tijd halveerde de temperatuur en uit het rek boven onze hoofden kwamen vestjes en truien tevoorschijn. Het was net of de airco het weer deed.
Aan de haven van Ullapool staan verschillende banken, ter nagedachtenis aan overleden familieleden en dorpsgenoten. Toen ik die zaterdagavond met mijn spijkerjasje aan op zo’n bankje plaatsnam, in de hoop dat de zeehonden zich weer zouden laten zien, trof mij de rust in het citaat op de bank die was opgedragen aan ene Donald W. Campbell: Sit a while with the mountains and the sea, and you will always have company.
Mensen om me heen had ik genoeg, te midden van ons reisgezelschap, maar ik wist van tevoren dat zij van voorbijgaande aard zijn. Donald Campbell, de Highlands en de lochs heb ik mee naar huis genomen, want ze hebben me deze vakantie iets geleerd. Het water en de bomen, die ik thuis zie als ik uit het raam kijk, zijn net als de bergen en de zee vrienden voor het leven. Echte rust zit in jezelf en een goede vakantie helpt je daaraan herinneren.
WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat bij Martha een link achter naar je eigen blog.