#WOT 38: Prutser

13. Zilverschoon

     0

Het is een geweldig televisieprogramma, Help, mijn man is Klusser!, en als het niet zo vaak werd onderbroken door reclame zou ik er iedere week naar kijken. De kleffe presentator John Williams schiet vrouwen te hulp, die al een tijdje in de puinhopen van hun klussende partners moeten leven en dit meer dan zat zijn. Stuk voor stuk zijn deze echtelieden betere klussers dan ik en het is heerlijk om te zien welke rotzooi deze hobbyisten weten te scheppen, want hiermee geven ze mij een waterdicht alibi om nooit aan een dergelijke woningverbetering te hoeven beginnen.

Daarnaast hoop ik iedere uitzinding weer dat één van die mannen het geflikflooi van John Williams met hun vrouw zo zat raakt, dat hij hem een flinke muilpeer verkoopt. Maar dat terzijde.

Graag geef ik de schuld van mijn gebrek aan klusvaardigheden aan de gereedschapskist van mijn vader. Die had hij namelijk niet. Ergens in een keukenla lagen een hamer, een schroevendraaier en een nijptang en deze drie stuks gereedschap volstonden. Ik heb er dan ook geen idee van hoe zijn volière en later onze konijnenhokken er gekomen zijn, maar wellicht doe ik hem te kort. Misschien bleef ik altijd ver uit de buurt van timmer- en schroefwerk en moet ik erkennen dat ik mijn eigen onhandigheid op dit gebied zelf in stand gehouden heb. Ik heb niet eens geprobeerd om te onthouden of een schroef nu naar links of naar rechts losgedraaid moet worden, dat is iedere keer nog steeds een verrassing.

Het was dan ook niet mijn leukste verjaardagscadeau, die groene metalen gereedschapskist. Om hem te openen moest ik de kist aan de lange handvaten als een harmonica uit elkaar trekken en dan werden er twee lades en een diepe bodem zichtbaar. Inmiddels bezat ik – net zoals mijn vader – het driedelige basisgereedschap en ik had hier een kleine schroevendraaier aan toegevoegd, om kroonsteentjes en stekkers de baas te kunnen zijn.

Ik kreeg op deze verjaardag zelfs steek- en dopsleutels, mooi glimmend in een plastic oprolbaar hoesje. De verzameling inbussleutels, waarmee ik diverse Billy-boekenkasten in elkaar gedraaid had, vonden ook een mooi plaatsje in de kist, die op een plank in de garage geparkeerd werd en alleen bij noodgevallen tevoorschijn kwam.


Prutser ~1) Beunhaas 2) Broddelaar 3) Fikfakker 4) Foefelaar 5) Frutselaar 6) Futselaar 7) Klooi 8) Knoeier 9) Knutselaar 10) Kreukelaar 11) Kruk 12) Onbekwaam mens 13) Onbekwaam persoon 14) Pronselaar 15) Slechte knutselaar 16) Slordige werker 17) Sukkel 18) Zwans


De grootvader van mijn vrouw was timmerman, en zijn zoon ook. Dat is al aan mijn vrouw te merken, want haar inzicht op het gebied van constructie en techniek overtreft dat van mij met gemak. Als de gootsteen niet doorloopt of de wasmachine raar doet, hoop ik vooral dat het vanzelf over zal gaan. Zij niet, zij bouwt een hele theorie op over wat er mogelijk mis kan zijn en begint ondertussen de bekersifon of het wasmachinefilter los te draaien. Ze heeft ook regelmatig verbetersuggesties voor huis en interieur, maar wanneer deze verfkwast of snoeischaar te boven gaan, pas ik. Wat mij betreft is het goed zoals het is, want als ik iets ga losdraaien of uit elkaar ga halen, moet ik maar weer zien om het vast, in elkaar en werkend te krijgen.

Goed werkende apparatuur moet je al helemaal niet willen veranderen, voordat je het weet zit je met een stapel gebruiksaanwijzingen en inlogcodes op je schoot uren aan de lijn met een helpdesk, om terug te krijgen wat je aan het begin van zo’n dag prima in orde had. Wie zei ook alweer dat verandering gebrek aan zelfbeheersing is?

Ook mijn zoon heeft de timmervaardigheden van zijn overgrootvader geërfd. Dat was op jonge leeftijd al duidelijk en de schamele inhoud van mijn gereedschapskist kwam hem hierbij goed van pas. Doorgaans begon het met een in de straat achtergelaten pallet, of met wat hout van een bouwplaats in de buurt. Samen met een vriendje, waar thuis wat meer mocht dan bij ons, bouwde hij in hun achtertuin iedere keer weer een nieuwe hut, de ene nog hoger dan de andere.

Bij een timmerman in de buurt kregen ze spijkers en overal sleepten ze materiaal vandaan. Alles wat vastgespijkerd kon worden, was bruikbaar. Natuurlijk bleef er ergens wel eens een stuk gereedschap liggen, zodat de kist steeds leger werd en ik de inmiddels roestige bak op een gegeven moment maar weggegooid heb. Er zat toch bijna niets meer in.

In de garage is mijn twaalfjarige zoon een kooi voor zijn zebravinken aan het timmeren en ik sta weer eens te klungelen met een schroevendraaier, om in een plank aan de muur ophangpunten voor tuingereedschap te bevestigen. Was het nu linksom of rechtsom? Opeens staat hij naast me en zegt: Pa, geef die schroevendraaier maar aan mij, dan doe ik het wel even. Zo wordt het niks.

Ik ben een beetje overdonderd, misschien zelfs wel enigszins gepikeerd, maar als ik zie hoe handig hij mij dit klusje uit handen neemt, doe ik voorgoed een stap terug. Ik geef toe dat ik een prutser ben en vanaf dat moment ben ik gedegradeerd tot krullenjongen. Mij hoor je niet klagen.

 

WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat bij Martha een link achter naar je eigen blog.

Print Friendly, PDF & Email

Post-navigatie:




Wat je niet wil missen:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: