#WOT 45: Koud

De verhuizing had ons van een boerderij in het landelijke Overijssel naar de grote stad Dordrecht gebracht, waar mijn vader keurmeester van vee en vlees werd en wij een bovenhuis bewoonden, rechts van het grote toegangshek tot het slachthuis. Overdag hoorde ik de koeien loeien en rook ik de varkens die gillend de vrachtwagens uitgejaagd werden, op weg naar de slachtbank.
Soms ging ik kijken wat mijn vader aan het doen was. Als ik geluk had was het net pauze en vond ik hem boven in de kantine, te midden van slachters en vleesgrossiers. De kantinejuffrouw was vriendelijk en van haar kreeg ik soms een glaasje ranja of een stukje van een chocoladereep. Doorgaans kostte het mijn vader moeite het verhaal, waar hij altijd weer in zat, af te breken en zonder een aai over mijn bol liep ik dan de trap weer af, door de naargeestige hal met geslachte kadavers naar buiten, en weer naar huis. Mijn moeder was net gaan werken, dus ging ik maar weer met mijn jongere zusje spelen.
Mijn één jaar oudere broer was jarig en op de straten van het afgesloten abattoir, glad van het dierlijke vet, was hij met zijn vrienden aan het spelen en zowaar, ik mocht ook meedoen. We gooiden een tennisbal over en weer, toen het mis ging. Ik onderschatte de snelheid van de gegooide bal, die zich weer uit mijn rechterhand losmaakte en mijn pink brak.
Dat wist ik toen nog niet en het zou hierna nog meer dan twee weken duren voordat dit duidelijk was. Mijn hand deed zeer en natuurlijk vertelde ik het mijn ouders, maar volgens hen zou het vanzelf wel weer overgaan. Op school kon ik de eerste dagen nauwelijks leesbaar schrijven. Ik vertelde de onderwijzer wat er gebeurd was en dat het alweer wat beter ging, want dat was wat ik graag wilde geloven. Toch deed mijn hand nog steeds zeer en ik vond dat mijn pink een beetje scheef stond, maar mijn moeder zei dat ik me aanstelde en wat al te graag naar de dokter wilde.
Koud ~ 1) Afstandelijk 2) Amper 3) Bar 4) Dood 5) Emotieloos 6) Erg fris 7) Erg koel 8) Flegmatiek 9) Fris 10) Frisjes 11) Geringe warmtegraad bezittend 12) Gestreng 13) Guur 14) Hard 15) Hardvochtig 16) Harteloos 17) Huiverig 18) IJzig 19) Kil 20) Koel 21) Koudweg 22) Kouwelijk 23) Lage temperatuur 24) Liefdeloos 25) Met lage temperatuur 26) Niet warm
Wat moest ik doen? Na ruim een week zonder veel verbetering besloot ik in mijn eentje naar de huisarts te gaan. Omdat mijn oren regelmatig uitgespoten werden, wist ik de weg en nam plaats in de wachtkamer. Toen het mijn beurt was liet ik de dokter mijn pink zien, vertelde hoe het gebeurd was en kreeg zonder verdere vragen een verwijsbriefje voor het ziekenhuis. Daar had ik niet op gerekend, want nu liep ik tegen een groter probleem aan. In het ziekenhuis was ik nog maar één keer geweest, toen mijn amandelen geknipt werden, en ik vroeg me af of daar nog iemand was die mij kende. Maar ik wilde van die pijnlijke en lastige hand af en zag geen weg terug.
Bij het ziekenhuis zette ik mijn fiets in de stalling, meldde me bij de balie en liet een aardige mevrouw het briefje van de huisarts zien. De receptioniste controleerde mijn naam, adres en geboortedatum en vroeg of ik wist hoe mijn ouders verzekerd waren. Blijkbaar was het noemen van de naam IZA, de ambtenarenverzekering van mijn vader, voldoende om mij tot verder onderzoek toe te laten en tien minuten later werd van mijn rechterhand een röntgenfoto gemaakt.
Mijn ouders wisten nog van niets en zelf was ik ook niet veel wijzer geworden, want voor de beoordeling van de röntgenfoto moest ik me enkele dagen later melden op het spreekuur bij de chirurg thuis. Ging ik mijn ouders het halve verhaal vertellen? Misschien had ik dat wel willen doen, maar tijdens het avondeten vond ik geen opening in de muur van woorden om mij heen en hield ik mijn mond.
Die middag meldde ik me na schooltijd bij een indrukwekkend pand aan de Dordtse Singel, waar het achter de dubbele voordeur naar eten rook. De spaarzaam verlichte spreekkamer was in het souterrain, één deur verder dan de lege wachtkamer. Achter een bureaulamp begroette de man in witte jas mij vriendelijk, haalde een röntgenfoto uit een bruine enveloppe, bekeek hem aandachtig en vroeg of ik later ook chirurg wilde worden, of misschien wel concertpianist. Wat beroepskeuze betreft was ik nog niet verder gekomen dan onderwijzer of ieder ander beroep zonder dode dieren, dus ontkende ik dit netjes met twee woorden. Gelukkig maar, zei de dokter, want dat kan nu ook niet meer. De breuk in mijn pink was weer aan elkaar gegroeid en deze vinger zou altijd scheef blijven staan.
Tot op de dag van vandaag sta ik ervan te kijken hoe doelgericht een negenjarige kan zijn. Maar meer nog verwonder ik mij erover hoe gemakkelijk mijn eenzame tocht door de medische wereld van begin jaren zestig verliep. Achteraf verbaast het mij dat geen enkele arts of verpleegkundigen zich afgevraagd heeft waarom ik hen zonder enige begeleiding bezocht of dat mijn gebroken pink misschien kon duiden op een minder ideale thuissituatie. Had de onderwijzer hierin een rol moeten spelen of lag dat allemaal toen anders? Waren het andere tijden?
Die avond vertelde ik mijn ouders het hele verhaal. Zij waren nauwelijks verbaasd over mijn actie en reageerden opmerkelijk lauw: Zie je wel dat het vanzelf weer overgegaan is?
#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat daar een link achter naar je eigen blog.