#WOT 45: Spelregels
De anekdote is al oud en komt uit de tijd dat mijn opa nog op vrijersvoeten was. Hij was op zondag na de kerk bij mijn oma thuis uitgenodigd om mee te eten en merkte al snel dat er in ieder gezin andere gewoonten en regels gelden.
Natuurlijk was hij thuis ook gewend te bidden voor het eten, maar zijn moeder schepte de soep pas na het gebed op, zodat opa gewend was zijn gevouwen handen op zijn bord te leggen. Zijn aanstaande schoonmoeder had een andere volgorde: ze schepte de soep voor het bidden op en dat bracht mijn opa een gedenkwaardige entree bij zijn schoonfamilie, met warme handen en vieze manchetten.
Toen ik vele jaren later bij een vriendje mocht blijven eten, overkwam mij iets vergelijkbaars. Thuis was ik gewend het toetje in een schoon schaaltje te krijgen. Als ik had geweten dat ik hier de yoghurt van hetzelfde bord moest eten als het avondeten, had ik het een stuk zorgvuldiger leeggegeten. De yoghurt met stukjes aardappel, bloemkool en kleine sliertjes jus kreeg ik maar met moeite weg.
Met Monopoly golden daar ook letterlijk andere spelregels. Thuis werd er met het mes op tafel gespeeld en was er geen genade voor spelers die aan de verliezende hand waren. Bij mijn vriend golden aanvullende regels, die het spel een stuk vriendelijker maakten.
Met enige regelmaat was de bank jarig en trakteerde, wie langs AF kwam kreeg tweehonderd gulden en boetes verdwenen niet in de kluis van de bank, maar werden midden op het bord gelegd. De speler die als eerste op VRIJ PARKEREN kwam, mocht die pot hebben. En natuurlijk was het A. Kerkhof in Groningen omgedoopt tot Apenkerkhof en werd de Haarlemse Barteljorisstraat voor altijd Barteljorispikkie. Geen idee waarom, maar het speelde een stuk meer ontspannen.
Spelregels = 1) regels volgens welke een spel gespeeld worden 2) regels volgens welke men dient te handelen 3) regel die bij het schrijven van woorden in acht genomen dient te worden.
Toen ik ging studeren en op kamers ging, dacht ik dat de vrijheid lonkte. De regels van school en thuis hadden geen vat meer op mij, ik hoefde niet meer naar de kapper en kocht mijn eigen kleren. Mijn muziek kon ik hard zetten en als ik daar zin in had ging ik op maandagavond gewoon naar de kroeg. Maar op de studentenflat liep ik onverwacht tegen nieuwe spelregels aan en soms ook tegen spelers, die zich aan geen enkele regel hielden.
Schoonmaken was een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarop niemand persoonlijk aanspreekbaar was. Dat was goed te merken, vooral in de gezamenlijke keuken. Op de etage waren bijvoorbeeld twee studenten medicijnen, die een relatie hadden en dagelijks samen aten. Zij vond dat ze niet hoefde af te wassen, omdat ze gekookt had, Hij vond zowel koken als afwassen vrouwenwerk en liet de vaat dus iedere dag gewoon staan. Maar hierin was hij zeker geen uitzondering, dat deed bijna iedereen.
Natuurlijk moest ik ook linkse sympathieën hebben, deed mijn boodschappen in een anti-plastic tasje en kocht muesli bij een macrobiotische winkel, waarbij ik me afvroeg of mijn leren jas hier wel paste. Mijn studentenuniform bestond daarnaast uit een paar spijkerbroeken en T-shirts, gecombineerd met geruite houthakkershemden. Mijn hele was kon op veertig graden en alleen de kleren die ik af en toe meenam naar huis, werden nog gestreken.
School, studeren, verhuizen, werken en niet meer werken brachten alle hun eigen spelregels met zich mee, voortdurend meanderde ik langs telkens weer andere ongeschreven wetten en regels. Maar soms zijn er momenten, waarbij het lijkt of niet de regels, maar het spel zelf veranderd is.
Vol verbazing keek ik een paar weken geleden naar onze minister-president, die casual gekleed aankwam bij Huis ten Bosch, met op de bagagedrager van zijn fiets de volledige ministeriële verantwoordelijkheid. Hij had een foute inschatting gemaakt over de Griekse vakantie van de koning en zijn gezin, kon geen melding maken over zijn contacten met het staatshoofd en ging diep door het stof.
Hij kon niet anders dan de volledige verantwoordelijkheid voor de nationale verontwaardiging op zich te nemen, want de koning is onschendbaar en de ministers zijn onder aanvoering van de minister-president verantwoordelijk voor zijn daden. Het zat de koning blijkbaar niet lekker, want met een videoboodschap aan het volk maakte hij duidelijk ook een eigen verantwoordelijkheid te voelen.
In 1848, het jaar waarin de ministeriële verantwoordelijkheid in onze grondwet opgenomen werd, waren er nog geen vliegvakanties, geen handelsmissies of werkbezoeken, geen massamedia met bijbehorende mediacode en ook geen Rijksvoorlichtingsdienst. Wordt het na meer dan 170 jaar niet eens tijd om het principe van ministeriële verantwoordelijkheid eens onder de loep te nemen? Mijn opa is niet meer en mijn houthakkershemden zijn versleten. Het politieke spel is veranderd en deze regel knelt.
#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag publiceert alimolenaar.nl een woord waar je over mee kunt schrijven. Je kunt op ieder moment instappen.