#WOT 48: Donker
Ineens was er dat angstige gevoel weer. De rode cijfers van de wekker gaven tien over twee aan, en ik moest naar de wc. Terwijl ik zonder het bedlampje aan te doen de slaapkamerdeur opende, besefte ik me dat het hele huis donker was, en, naar ik mocht hopen, ook leeg. Door de ramen van de slaapkamers aan de overkant kwam vaag licht van de straatlantaarn, maar links van mij waren twee donkere gaten: de trap omlaag en de trap omhoog, naar de zolder. Gauw deed ik het licht van de badkamer aan en ontvluchtte de duisternis.
Voor de toiletpot realiseerde ik mij, dat mijn angst in het donker weer even terug was. Net als vroeger bedacht ik me, hoe de vluchtroute tussen badkamer en bed er uitzag. Snel trok ik de wc door, deed het licht weer uit en haastte me richting slaapkamer. Ik vermeed naar de donkere trapgaten te kijken, sloot de deur van de slaapkamer en dook weer onder het veilige dekbed. Maar in tegenstelling tot vroeger besefte ik, hoe irreëel mijn gedachten waren. Was het onder het dekbed nu zoveel veiliger dan naast het bed of op de gang?
Mijn angst in het donker ontstond kort na een verhuizing. Mijn vader kreeg een baan als keurmeester op het slachthuis van Dordrecht, en nadat hij een paar maanden in de kost gezeten had, kwam de dienstwoning vrij en verhuisden wij van een boerderij op het platteland naar de grote stad. De twee etages boven de noodslachtbank, en naast de ingang van het abattoir, brachten andere geluiden met zich mee, vooral tegen de tijd dat ik naar bed moest. Voor het huis was een groot, donker park met de geluiden van onbekende vogels, achter de dienstwoning liepen de verlaten straten van het slachthuis, waar in een stal soms koeien stonden te loeien, alsof zij wisten dat hun einde naderde.
Donker ~ 1) Bier 2) Bier(soort) 3) Biersoort 4) Deemster 5) Deemsterig 6) Dof 7) Donkerte 8) Droevig 9) Dubieus 10) Duister 11) Duisterheid 12) Duisternis 13) Gitzwart 14) Glibberig 15) Kelderachtig 16) Kleur van de huid 17) Maanloos 18) Maduro 19) Naargeestig 20) Nachtelijk 21) Niet helder 22) Niet licht 23) Niet licht van kleur 24) Obscuriteit 25) Obscuur
Mijn zusje was van haar angst af, toen mijn vader haar vertelde dat koeien geen trappen konden lopen en zij in haar bedje dus veilig was. Bij mij was de angst wat hardnekkiger, maar ik leed in stilte. Want hoe had ik mijn ouders kunnen uitleggen waar ik bang voor was, als ik het zelf niet eens wist? Het was het onbestemde gevoel van iets vaags achter mij, iets dat mij ieder moment kon overweldigen wanneer ik alleen was in het donker.
Bijvoorbeeld als ik ’s winters mijn plas niet langer kon ophouden en naar wc moest. Om de warmte van de kolenkachel in de woonkamer te houden, moest de deur achter mij onmiddellijk weer dicht, maar het lichtknopje zat pas halverwege de lange donkere gang. En nog behoorlijk hoog ook. De terugweg was makkelijker, al had ik dan wel het onheilspellende lawaai van de zich weer vullende stortbak achter me. Maar ik kon de lichtschakelaar in het volle licht bereiken en sprintte daarna meteen door naar de warme en veilige huiskamer.
Ik kreeg een nieuwe fiets en deze moest ’s avonds natuurlijk droog en veilig weggezet worden. De fietsenstalling voor het personeel van het slachthuis bevond zich aan de zijkant van ons huis, maar om deze te bereiken moest ik toch weer de verlaten straten over, met tweemaal een bocht naar rechts. De laatste lamp was al na de eerste bocht uit zicht, alleen in de stalling brandde er nog een klein peertje. Haastig deed ik mijn fiets op slot en met bonzend hart rende ik terug. Ik durfde niet om mij heen te kijken en vloog als een bezetene naar het grote hek in het bevrijdende licht van de straatlantaarns. Mijn vader moet iets van mijn angsten gemerkt hebben, want op een dag vertelde hij me, dat Mahatma Gandhi ook bang was in het donker. Ik wist toen nog niet wie Gandhi was en vroeg me vooral af of hij ook zo’n donkere fietsenstalling had.
Zes jaar later kreeg mijn vader een andere baan en moest ons gezin de dienstwoning verlaten. Het rijtjeshuis in de nieuwbouwwijk was kleiner, maar veel overzichtelijker. Een plat dak en dus geen zolder, en nog belangrijker: alle lichtknopjes waren binnen handbereik, zeker nu ik flink gegroeid was. ’s Avonds brandde er licht in de brandpoort achter het huis en ik vergat bang te zijn. Mijn angst in het donker verdween zoals hij gekomen was: in een verhuisdoos.
Veilig onder mijn dekbed lag ik afgelopen week nog een tijdje wakker. Hoorde ik geen vreemde geluiden? Was alles werkelijk rustig? Opnieuw vroeg ik mijzelf waar ik nu eigenlijk bang voor was. Was het de personificatie van het Kwaad, zoals ik dat vroeger op school en in de kerk had meegekregen? Vertrouwde ik te weinig op het Goede? Ging mijn eigen verbeelding met me aan de haal? De wekker vertelde me nog dat het bijna drie uur was en ik viel in slaap met de gedachte, dat ik van mensen meer te vrezen had dan van mijn eigen voorstellingsvermogen. Ik sloot mijn ogen, zag journaalbeelden van kinderen in Aleppo en bedacht, dat het Kwaad het daar veel te druk had om zich met mij te bemoeien.
#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat een link achter naar je eigen blog onder het woord van die week zodat iedereen mee kan lezen.
De #WOT is bedacht door Karin Ramaker. Daarna is het overgenomen door Irene van Putten, vervolgens door Hendrik-Jan de Wit en nu dus door Martha Pelkman.
Prachtig, die slotzin…
Dank je, Irene. Frappant om te lezen hoe verschillend wij tegenover het donker staan.