#WOT 48: Verveling
Ken je het gevoel achtervolgd te worden? Maar niet door een persoon zoals in klassieke zwart-witfilms, waarbij de hoofdrolspeler zijn kraag tegen de mist heeft opgezet en telkens over zijn schouders kijkt naar iemand die hij niet te zien krijgt.
Nee, achtervolgd worden door een gevoel dat op de loer ligt, een gevoel dat je kent en dat jou kent en waarvan je hoopte dat je er definitief afscheid van had genomen. Dat het geen vat meer op je zou hebben, omdat je dacht dat het opgelost was in je verleden.
Het is begin december en de donkere dagen voor Kerst zijn begonnen. Dagen van speculaas en mandarijnen, van stamppot en bonensoep. Maar ook korte dagen met weinig daglicht, laaghangende bewolking en om vier uur ’s middags de lampen aan. Dagen met een beperkte horizon.
Ik dacht dat ik er inmiddels tegen bestand was, dat ik er overheen gegroeid was, maar ineens was dat gevoel weer terug.
Het gevoel van somberheid, alsof iemand een paar druppels koningsblauwe inkt in mijn alweer jarenlang heldere hersenpan druppelde, inkt waarvan het pigment zich via mijn hersenbanen verspreidde en mijn denken vertroebelde.
Er waren maar een paar grijze dagen voor nodig geweest om mij uit balans te brengen, maar in tegenstelling tot vroeger had ik gelukkig nog net voldoende tegenwoordigheid van geest om te denken aan het verschil tussen oorzaak en aanleiding, zoals mijn geschiedenisleraar mij dit ooit bij het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog had duidelijk gemaakt.
Vervelen = 1) ergeren 2) klieren 3) lastig worden 4) nergens zin in hebben 5) niet boeien 6) tegenstaan 7) zich niet weten te vermaken
Ik probeerde die grauwe dagen als aanleiding te zien en ging op zoek naar de oorzaak, naar de voortekenen van mijn stemmingswisseling, en wilde niet te snel corona benoemen als passe-partout voor mijn ongemak. Misschien waren er wel andere factoren van invloed op mij, speelden er zaken die zich lang verborgen hadden weten te houden en nu tevoorschijn waren gekomen.
Het was mij wel al opgevallen dat mijn onverdraagzaamheid aan het groeien was, met name naar praatprogramma’s op de televisie. De avonden gingen mij zwaar vallen, in mijn beleving werden ze gevuld met mensen rond een tafel, die met holle woorden de waan van de dag rondom besmettingsgetallen, testcapaciteit en vaccinaties bespraken en nimmer tot een unanieme conclusie kwamen.
Ik kon hun woorden niet meer verdragen en als ik overdag een nieuwsfeit op de radio hoorde, dacht ik onmiddellijk aan de tafel van die avond. Er was helaas weer genoeg stof tot delibereren, de Overbekende Nederlanders zouden zich weer melden en ook vanavond ging de woordenvloed weer aanzwellen tot stormkracht. Ineens snapte ik de koptelefoon van de autistische Sam uit de serie Het A-Woord een stuk beter.
Maar waarom keek ik dan zoveel televisie? Waarom liet ik mij achtervolgen door opiniemakers, waarom keek ik naar programma’s die ik ’s zomers geen blik waardig zou achten? Was het een modern bezweringsritueel tegen mijn vroegere angst in het donker? Of was het gewoon de sleur die bij het najaar hoort, de verveling van kleurloze wintermaanden?
Misschien moest ik alvast de kerstboom gaan opzetten, want het was mij ook opgevallen dat ik niet de enige was die in het duister tastte. Hele straten werden al gekleurd met kerstverlichting en ik merkte dat ik daar toch een warm gevoel van kreeg.
Het verlossende inzicht kwam per trein. Nooit had ik gedacht dat ik de trage treinenserie Rail Away nog eens leuk zou gaan vinden, maar de afgelopen weken stapte ik vlak voor het avondeten nog graag even in voor een ritje langs de dorpen van Cinque Terre, door de maquis van Corsica of naar de poolcirkel in Zweden. Het bracht me terug naar onze eigen toeristische treinreizen op Mallorca en in Wales, en naar het kleine Spaanse treintje van het dorpje van mijn dochter naar het grote station bij Plaça Espanya in Barcelona.
In de trein kon ik de vinger op de zere plek leggen: ik heb het zomerse tegenwicht tegen de winterse sleur gemist en daarmee te weinig antistoffen opgebouwd tegen schemerige verveling. Een kwestie van mentale ongezondheid dus, toch nog een beetje corona-gerelateerd.
Maar zoiets kan gebeuren, er zijn ergere dingen. Zoals zelf corona krijgen bijvoorbeeld, en dat is me in ieder geval nog bespaard gebleven. Mijn andere dochters zijn inmiddels gelukkig weer hersteld.
Met een half opgeladen accu moet ik deze maanden door, en nu ik tot dit inzicht ben gekomen is het net of de donkerblauwe inkt voldoende verdund is om mijn hoofd weer helder te hebben. Mijn motivatie om niet naar Curaçao te gaan, om niet in Oostenrijk te willen skiën, om niet te gaan winkelen op de Rotterdamse Lijnbaan of langs de Dordtse Voorstraat, is weer helemaal terug.
Buiten schijnt na dagen van mist en regen toch weer even een bleek zonnetje, en in het vogelhuisje zitten twee koolmezen. Ik denk dat ik mijn inspiratie teruggevonden heb, ik heb weer zin.
#WOT betekent Write on Thursday. Iedere donderdag publiceert alimolenaar.nl een woord waar je over mee kunt schrijven. Je kunt op ieder moment instappen.