#WOT 50: Internet

12. Joost Sasboutstraat

     2

Het houten noodgebouw stond aan een kruispunt van de provinciale weg. Een architectenbureau was inmiddels druk in de weer met de tekeningen voor een nieuw schoolgebouw, op het braakliggende terrein ernaast. Een half jaar daarvoor was ik als leraar geschiedenis op een school in Zeeland ingevallen, en tijdens de lange treinreizen had ik de kale Zeeuwse klei langzaam maar zeker zien veranderen in vruchtbaar akkerland met wuivende halmen. De lange rijen kale bomen langs de dijken waren ruisende populieren geworden en ik had mijn vuurdoop voor de klas doorstaan. Met vijf maanden ervaring begon ik aan een nieuwe klus.

Het noodgebouw was geheel gelijkvloers en kende een wirwar aan gangen, waarvan de vloer langzaam meebewoog als je er met meer dan twee personen tegelijkertijd overheen liep. Geen leerling waagde het door de gangen te rennen, want hierop stonden strenge sancties. In één van de verste gangen was een klein afgesloten lokaaltje, voor bijna niemand toegankelijk. Hier stond de trots van de school, de computer, voorbehouden aan het handvol leerlingen met wiskunde II in hun vakkenpakket. Toen ik in de examentijd met een kleine groep een keer moest uitwijken naar deze ruimte, kwam de rector speciaal naar mij toe om me op het hart te drukken dat ik in dit lokaal geen enkele ordeverstoring mocht tolereren; een leerling, die er door mij uitgestuurd zou worden, kon twee weken lang rekenen op een vierkant rooster.

Tien jaar later had het programma WordStar het machineschrijven op de meao, mijn volgende school, vervangen en werden twee nieuwe informaticalokalen ludiek geopend door een afgeschreven typemachine letterlijk het raam uit te gooien. Als een inktvlek verspreidde de informatica zich over het schoolrooster en steeds meer theorielokalen werden volgestouwd met computers. Alle leraren werden verplicht het ECDL, hun digitale rijbewijs, te halen, om verzekerd te zijn van hun participatie in de informatiemaatschappij. Aanvankelijk was het gemopper in de lerarenkamer niet van de lucht, want wat moest een leraar Nederlands nu met zo’n computer? Maar het kamp van weigerdocenten werd snel kleiner, niet in het minst door het pc- privéproject, op basis waarvan iedere docent voor maximaal vijfduizend gulden een thuiscomputer mocht aanschaffen. Opeens voelden wij ons niet langer achtergesteld bij het bedrijfsleven.


Internet ~ 1) Computernetwerk 2) Communicatiemiddel 3) Communicatieweg 4) Computerterm 5) Computerprogramma 6) Communicatiesnelweg (crypt.) 7) Digitale snelweg 8) Deur en mail 9) Elektronische snelweg 10) Massamedium 11) Online wereld 12) Virtuele wereld (crypt.) 13) Virtuele wereld 14) Wereldwijd computernetwerk 15) Web 16) Wereldwijd medium


 

En toen kwam internet het klaslokaal binnen. Aanvankelijk heel voorzichtig, als onmisbare basis voor simulaties, die vakken als secretariaatspraktijk en computerboekhouden dichter bij de praktijk konden brengen. Maar als je als leerling dan toch achter een computer met een internetverbinding zit, dan check je toch meteen even je Hyves-pagina? De eerste uren secretariaatspraktijk van de maandagmorgen werden op die manier een zachte overgang tussen het weekend en de schoolweek, waarin mijn leerlingen alle gebeurtenissen van de afgelopen dagen met hun vriendinnen bespraken en evalueerden. Geen idee dat er zóveel gebeurde in het weekend van zeventienjarigen.

In machteloos rondjes door het lokaal lopen, om iedere keer Hyves-pagina’s weggeklikt te zien worden, had ik geen zin en uiteindelijk besloot ik de inspanningsverplichting te vervangen door een resultaatverplichting. Simpel gezegd: aan het einde van een bepaalde periode moest een vastgesteld aantal opdrachten af zijn, en hoe, waar of wanneer een leerling dit deed, maakte mij ogenschijnlijk niet uit. Maar ik heb me er nooit echt lekker bij gevoeld, terwijl smartphone en Facebook nog moesten komen.

Onze staatssecretaris van onderwijs vindt dat docenten uitdagender les moeten gaan geven, om de concurrentieslag met internet en de sociale media te winnen. Hoe uitdagend kan stam +t zijn? Niet voor niets heeft ’t kofschip een kompas, en geen GPS.

Maar gelukkig staat deze stuurman alweer een tijdje aan wal.

 

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat een link achter naar je eigen blog onder het woord van die week zodat iedereen mee kan lezen.

De #WOT is bedacht door Karin Ramaker. Daarna is het overgenomen door Irene van Putten, vervolgens door Hendrik-Jan de Wit en nu dus door Martha Pelkman.

Print Friendly, PDF & Email

Post-navigatie:




Wat je niet wil missen:

2 thoughts on “#WOT 50: Internet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: